Thema Geloof

Thema Geloof
 Les 1
Het geloof de Islam 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema Geloof
 Les 1
Het geloof de Islam 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Wat weet ik al?
Uitleg.
Zelfstandig werken
Les afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen wat het betekend als je volgens de regels van Allah leven, zoals Mohammed heeft vertelt en in de Koran beschreven staat. 

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedis van de Islam
De profeet Mohammed richtte in 610 na Christus de islam op. Volgens moslims stuurde hun god Allah de engel Gabriël naar Mohammed om hem uit te leggen hoe mensen moesten leven. Mohammed vertelde de inwoners van Mekka over deze boodschap. Daarna verhuisde Mohammed naar de stad Medina.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zeg je als je 'Shahada' zegt
Het is een eenvoudige verklaring die uit twee delen bestaat: Allah is de enige God en Mohammed is zijn Profeet. Het woord is afgeleid van 'asihadoe' ofwel 'ik belijd', 'ik ben me bewust van'. 

In het Arabisch zijn de woorden: 'Asjhadoe an la ilaha illallah; Muhammadun rasoelu-llah'.

Slide 5 - Tekstslide

Welke twee verschillen zijn er binnen de Islam?
Soennieten en sjiieten
De twee grootste stromingen binnen de islam zijn de soennieten en de sjiieten. Zij waren het niet eens over wie profeet Mohammed na zijn dood moest opvolgen. De sjiieten vormen de meerderheid in met name Iran. Maar er wonen ook veel sjiieten in Irak, Pakistan en Syrië. De soennieten wonen vooral in Noord-Afrikaanse landen, waaronder Marokko, Egypte en Saudi-Arabië.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Aan het werk
Maak nu vraag 1 t/m 5 op blz. 2. 

Slide 9 - Tekstslide

Les afsluiten 
Doel behaald?
Wat ging er goed tijdens de les?
wat kan er een volgende les beter?

Slide 10 - Tekstslide

Les 2
Wetten en voorschriften

Slide 11 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Uitleg
Werken aan de opdrachten
Les afsluiten

Slide 12 - Tekstslide

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen wat de Rammadan is en wat er dan gebreut. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke 5 zuilen zijn er?
  • In de islam is heel duidelijk omschreven wat je moet doen om een goede gelovige te zijn. Als moslim moet je leven volgens de Vijf Zuilen, 5 belangrijke leefregels.
De eerste is de geloofsbelijdenis (Sjahada).
De tweede is het gebed (de Salat).
De derde is de liefdadigheid (Zakat).
De vierde is het vasten (de Sawm)
De vijfde is de bedevaart (de Hadj) naar Mekka. Dat laatste moet je als moslim één keer in je leven gedaan hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Stel dat jij zou gaan vasten
Wat zou jij dan laten als je zou gaan vasten?

Slide 15 - Tekstslide

Islamitische kalender
De kalender heeft 12 maanden. een maand duurt de volle tot de volle maan. zo heefteen maand 30 of 29. een gewoon kaar telt 354 dagen, een schrikkeljaar telt 355 dagen. In een schrikkeljaar heeft de laatste maand ook 30 dagen. In 30 jaar zijn er 11 schrikkeljaren: 2,5,7,10,13.16, 18, 21, 24, 26 en 29. 

Slide 16 - Tekstslide

Rammadan
 Rammadan is een speciale, negende maand van de islamitische kalender waarin tussen zonsopgang en zonsondergang door moslims over de hele wereld gevast wordt. Dit vasten heet Sawm. Als de maand Ramadan voorbij is, begint het Suikerfeest. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat als je niet moslim bent?
Van niet-moslims, bijvoorbeeld bezoekers aan islamitische landen, wordt niet verwacht dat ze mee vasten. Zeker in toeristische plaatsen kunnen toeristen overdag gewoon eten en drinken in restaurants. Wel wordt van ze verwacht dat ze discreet zijn. In het openbaar uitgebreid eten voor het oog van mensen die vasten, is niet erg respectvol. Er zijn wel plaatsen waar tijdens de ramadan overdag eten, drinken en/of roken in het openbaar strafbaar is gesteld. Ook in Nederland en België stelt een vastende moslim het op prijs als rekening wordt gehouden met zijn of haar omstandigheden. Vooral in het verkeer is het belangrijk, omdat de concentratie vanwege een lege maag in de loop van de dag afneemt. Tijdens de eindexamenperiode is belangrijk dat islamitische leerlingen zich kunnen afzonderen, vanwege een goede concentratie.

Slide 18 - Tekstslide

Redenen om te vasten tijdens de ramadan
Het vasten is een van de Vijf Zuilen van de islam en is dus voorgeschreven in de koran, het heilige boek van de moslims.
Het vasten wordt ook gezien als vorm van zuivering van de ziel en gehoorzaamheid aan God
De moslims voelen en tonen verbondenheid met arme en hongerige mensen op de wereld. Het herinnert hen hoe het is om arm en hongerig te zijn.
De ramadan is een maand van zelfdiscipline, tolerantie, liefdadigheid, verbroedering en bezinning.
Tijdens het vasten denken moslims meer aan het de tijdelijkheid van het leven: in de ochtend ben je actief, maar in de avond moe, zoals in de ouderdom

Slide 19 - Tekstslide

Vaststelling van de tijden van ramadan

De ramadan begint bij het zien van de maansikkel op de avond voor de eerste dag van de maand. Hierdoor begint ramadan in verschillende landen vaak op verschillende dagen. Omdat de islam een maankalender kent die ongeveer 11 dagen korter is dan de westelijke christelijke kalender, valt de maand Ramadan steeds iets vroeger in het jaar. Zodoende is de periode van het vasten in de zomer veel zwaarder dan het vasten in de winter.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Les afsluiten
Doel behaald?
Wat ging er goed tijdens de les.
Wat kan er een volgende les beter?

Slide 23 - Tekstslide

Les 3
Heilige boeken 

Slide 24 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Uitleg
Filmpje
Les afsluiten

Slide 25 - Tekstslide

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden vertellen welke heilige boeken er zijn. 

Slide 26 - Tekstslide

Vorige les
De 5 leefregels. Wat waren die ook al weer?

Slide 27 - Tekstslide

Wat is Soenna?
Het Arabische woord soenna betekent `manier`. De Soenna in de islam is de manier van de profeet Mohammed zoals die gekend is via overleveringen over diens leven, de ahadith. Uit al wat Mohammed zei en deed tijdens zijn leven als profeet wordt de Soenna afgeleid.

Slide 28 - Tekstslide

Koran
Koran betekent in het Arabisch: voorlezing. De KOran is het heilige boek van de Islam bestaande uit 114 soera's die zijn onderverdeeld in verzen. De Koran is naar islamitische voorstelling door de engel Gabriël in de loop van 23 jaar aan de profeet Mohammed overgebracht.

Slide 29 - Tekstslide

Fiqh
Dit het goede inzicht in iets hebben, het weten en het begrijpen van wat iets betekent. Fikh gaat zowel over islamitische rituelen als over het islamitisch recht. 

Slide 30 - Tekstslide

Wat vinden jullie; moet de Arabisch leren om het te kunnen lezen of moet het dan vertaald worden naar het Nederlands?

Slide 31 - Open vraag

Les afsluiten
Doel behaald? De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden vertellen welke heilige boeken er zijn. 
Wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan er een andere les beter?

Slide 32 - Tekstslide