H7.2 Een regering vormen

H7.2 Een regering vormen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H7.2 Een regering vormen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

Slide 2 - Tekstslide

- Je kunt uitleggen dat Nederland een parlementaire democratie is.

Staatsvorm waarbij burgers een parlement kiezen, dat namens hen besluiten neemt.




Slide 3 - Tekstslide

- Je kunt met vier voorbeelden uitleggen dat je op verschillende manieren je stem kunt laten horen.
1. Kiesrecht
2. Verkiesbaar stellen
3. Recht om een vereniging op te richten
4. Recht op vrijheid van meningsuiting

Slide 4 - Tekstslide

- Je kunt drie verschillende politieke stromingen noemen.
1. Socialisme
2. Liberalisme
3. Confessionalisme
4. One-issue partijen

Slide 5 - Tekstslide

Wat ga je leren?
- Je kunt uitleggen hoe wordt bepaald wie er in de Tweede Kamer komt.
- Je kunt uitleggen waarom politieke partijen in Nederland altijd moeten samenwerken.
- Je kunt uitleggen wat de taken van de regering en het parlement zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werken de verkiezingen?
1. Stemmen
2. Stemmen tellen
3. Zetels verdelen
150 zetels:
10% van de stemmen dus 15 zetels: eerste 15 personen van de lijst naar de tweede kamer

Slide 7 - Tekstslide

Van verkiezingen naar nieuwe ministers

Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer overleggen de politieke partijen met elkaar over welke partijen met elkaar kunnen en willen samenwerken om Nederland te besturen.

Slide 8 - Tekstslide

2 belangrijke zaken
• De partijen die samenwerken, willen samen het liefst een meerderheid hebben: meer dan 75 van de 150 zetels. Want om een besluit te nemen, moet een meerderheid van de Tweede Kamerleden vóór dat besluit stemmen. 
• De partijen moeten het eens kunnen worden over wat ze willen veranderen in Nederland. 

Slide 9 - Tekstslide

Coalitie
Na een aantal weken of maanden praten ligt er een plan van de partijen die gaan samenwerken. Deze partijen vormen samen de coalitie. 

De coalitie zoekt vervolgens geschikte kandidaten die als minister hun plan willen uitvoeren. De coalitie wijst ook de minister-president aan, die het hoofd is van alle ministers.

Slide 10 - Tekstslide

Taken van de ministers en het parlement
De ministers besturen het land. Ze hebben als taak om problemen op te lossen en het plan van de coalitie uit te voeren. Elke minister heeft een eigen gebied. 

- De ministers heten samen het kabinet. 
- De ministers en de koning samen heten de regering.

Slide 11 - Tekstslide

Taken tweede kamer
1.  Besluiten over wetten
2. Controleren

Slide 12 - Tekstslide

1. besluiten nieuwe wet
1. Ministers komen vaak met een plan voor een nieuwe wet. Dat is een regel waaraan iedereen in Nederland zich moet houden. 
2.  de Tweede Kamer. De minister legt daar het wetsvoorstel uit, luistert naar de kritiek van Tweede Kamerleden en verandert vaak iets aan het voorstel. Daarna stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel. 
3. Als een meerderheid van de leden vóór is, gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer kijkt het werk van de Tweede Kamer nog eens na. Als de Eerste Kamer een wetsvoorstel ook goedkeurt, wordt het een wet.

Slide 13 - Tekstslide

Eerste kamer
Vergadering van volksvertegenwoordigers die de beslissingen van de Tweede Kamer controleert.

Slide 14 - Tekstslide

2. Controleren
Tweede Kamerleden houden in de gaten of de ministers hun werk wel goed doen. Zij stellen vragen aan de ministers, die de ministers moeten beantwoorden. Wanneer een meerderheid van de Tweede Kamer ontevreden is over het werk van een minister, dan kan de Tweede Kamer die minister ontslaan. In Nederland is het parlement dus de baas.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide