fictie haardvuurdebat

Fictie
Haardvuurdebat
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie
Haardvuurdebat

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een debat?

Slide 2 - Woordweb

Wat is een debat?
Tekstdoel van debat is      Je debatteert naar aanleiding van een        
Je geeft argumenten, dat zijn        voor je mening.
Je gebruikt daarbij zoveel mogelijk voorbeelden.
overtuigen
stelling
redenen

Slide 3 - Tekstslide

We zitten met 5 personen  met een boek rondom een haardvuur.
Nodig:
  •  3 juryleden per debat- zij letten op inhoud
  • Rest van de groep- stemmen welke 2 het beste waren en waarom
Regels haardvuurdebat
Vijf personen staan voor de klas.
Boek mee.
Vertel in één tot anderhalve minuut je verhaal.

Inleiding-leuke beginzin.
Heel korte samenvatting boek.
Argumenten waarom het leuk is of niet.
1 onderdeel van theorie gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Inhoud haardvuurdebat
  • Vijf personen staan voor de klas
  • Houden hun praatje van 1 tot anderhalve minuut
  • Kijk de klas in (publiek)
  • Praat enthousiast
  • Praat duidelijk

  • Inleiding: leuke beginzin
  • Noem titel en schrijver
  • Geef korte samenvatting (drie zinnen)
  • Midden (argumenten over): 
  • uitleg over round/flat character
  • spanning in verhaal
  • einde van verhaal
  • Slot: korte samenvatting/slotzin.

Slide 5 - Tekstslide

Jury: 3 personen
  • Schrijf op welke argumenten elke spreker geeft.
  • Worden er voorbeelden uit het boek gebruikt?
  • Kortom: worden de argumenten echt uitgelegd?
Letten op presentatie
  • Duidelijk praten
  • Contact met publiek
  • Steekwoorden
  • Rustig voor de klas staan
  • Goede beginzin
  • Signaalwoord bij het slot
  • 1 onderdeel theorie (personen,spanning,einde).

timer
1:30

Slide 6 - Tekstslide

2 minuten
timer
2:00
-Round/flat character
-Spanning in een verhaal
-Einde van een verhaal?

Schrijf op in 2 minuten

Slide 7 - Tekstslide

Round character
Flat character 
  • Belangrijke persoon in een verhaal
  • Moet meestal een probleem oplossen
  • Verandert daardoor
  • Lijkt een echte persoon
  • Heeft een duidelijk karakter.

  • Loopt rond in het verhaal maar is niet belangrijk
  • Je weet weinig van deze persoon
  • Soms weet je de naam maar van zijn/haar karakter weet je nauwelijks iets.

Slide 8 - Tekstslide

Spanning in een verhaal
  • Je hebt vragen over de hoofdpersoon
  • Er is een moord gepleegd. Wie heeft het gedaan?
  • Het is donker en slecht weer
  • De personen vertrouwen elkaar niet
  • Je krijgt informatie uit het verleden of de toekomst
  • De schrijver speelt met tijd
  • De schrijver gebruikt een cliffhanger (zie blz. 94)

Slide 9 - Tekstslide

Einde van verhaal
  • Gesloten einde: alle vragen van de lezer zijn beantwoord.
  • Open einde: de lezer moet veel zelf bedenken. Niet alle vragen zijn beantwoord. 

Slide 10 - Tekstslide


Argumenten zijn: (Kies het beste antwoord).
A
Voorbeelden voor je mening
B
Uitleg
C
Redenen voor je mening met voorbeelden

Slide 11 - Quizvraag


Met een open einde wordt bedoeld: (Kies het beste antwoord).
A
Een cliffhanger aan het eind van een boek.
B
Een eind dat nog veel vragen oproept.
C
Een eind waarin alle antwoorden worden gegeven.
D
Een einde van een deel van een serie.

Slide 12 - Quizvraag


Een verhaal maak je spannend door:
A
het in het donker te laten afspelen.
B
cliffhangers te gebruiken.
C
de hoofdpersonen elkaar niet te laten vertrouwen.
D
te spelen met tijd in een verhaal.

Slide 13 - Quizvraag


In een haardvuurdebat gaat het vooral om:
A
duidelijke mening met argumenten.
B
een verhaal over jouw boek.
C
een goede driedeling.
D
een goede beginzin en een duidelijk slot.

Slide 14 - Quizvraag

Haardvuur:
8 juni
9 juni
16 juni
22 juni
23 juni



Slide 15 - Tekstslide

Loting: kies nummer 1 tot en met 28

Slide 16 - Tekstslide

En nu jij..
Verzin een originele beginzin voor jouw haardvuurdebat!!

Slide 17 - Tekstslide