Een dag in het leven van een ridder

Een dag in het leven van een ridder
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een dag in het leven van een ridder

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les, weet je hoe het is om een ridder te zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is het leerdoel van vandaag.
Wat weet je al over het leven van een ridder?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
Ridders waren belangrijke figuren in de middeleeuwen. Ze droegen wapens en vochten voor hun heer.

Slide 4 - Tekstslide

Stel vragen om de aandacht van de leerlingen te krijgen.
Het pantser
Het pantser was een belangrijk onderdeel van de uitrusting van een ridder. Het beschermde hen tijdens gevechten.

Slide 5 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van een ridder in een pantser.
Het zwaard
Het zwaard was het belangrijkste wapen van een ridder. Het werd gebruikt om te vechten tegen vijanden.

Slide 6 - Tekstslide

Toon een afbeelding van een zwaard en hoe het werd gebruikt.
De riddertoernooien
Riddertoernooien waren belangrijke evenementen in de middeleeuwen. Ridders streden tegen elkaar om te laten zien wie de beste was.

Slide 7 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van riddertoernooien.
Het kasteel
Ridders woonden in kastelen. Kastelen waren grote gebouwen met dikke muren en torens.

De muren van een kasteel konden 
wel twee tot 5 meter dik zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van kastelen en hoe ze werden gebruikt.
De training
Ridders moesten hard trainen om goed te worden in vechten. Ze begonnen op jonge leeftijd en oefenden hun hele leven.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe ridders werden getraind en waarom het belangrijk was.
Afsluiting
Nu weet je hoe het was om een ridder te zijn. Ridders waren belangrijke figuren in de middeleeuwen en hun uitrusting en training waren belangrijk voor hun succes.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste informatie samen en zorg ervoor dat de leerlingen de informatie begrijpen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.