Unit 1 - Determiners

Good morning!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Good morning!

Slide 1 - Tekstslide

Today's checklist
You can use determiners in sentences
You know the difference between countable and uncountable nouns

-Dagopening
-Homework check
-Grammar note: Determiners
-Do: Grammar Exc. 2, 4, 5 (SB, p. 12)
-Reading class ---- with a special guest!

Slide 2 - Tekstslide

Determiners



a/an, much, many, lots of, a lot of, (a) little, (a) few, some, any




Slide 3 - Tekstslide

Wat is de vertaling van much, many, lots of, a lot of?

Slide 4 - Open vraag

Telbaar en niet telbaar

What is the difference?


Je kunt aan het woord zien of het ev of mv is > telbaar
Je kunt dit niet zien > niet telbaar


money 
sisters

Slide 5 - Tekstslide

Lidwoorden A & An
A
Gebruik je voor woorden die beginnen met de klank van een medeklinker

euro, European, university, uniform
An
Gebruik je bij woorden die met de klank van een klinker beginnen (A, E, I, O, U)

hour

Slide 6 - Tekstslide

Much, many

much, many betekenen "veel".

Much > zelfstandige naamwoorden die niet telbaar zijn.
Many > zelfstandige naamwoordenen die telbaar zijn.

Gebruik je in vragen en ontkenningen.


 We don't have much time to talk.



Slide 7 - Tekstslide

Lots of, a lot of

Lots of / a lot of = veel


Gebruik je bij zowel telbare als niet telbare zelfstandige naamwoorden.
Gebruik je in alle soorten zinnen.


A lot of my friends like to play games.



Slide 8 - Tekstslide

(a) little

(a) little bij zelfstandig naamwoorden die je niet kunt tellen.

There is little room left in my wardrobe.


a little = een beetje

little = weinig

Slide 9 - Tekstslide

(a) few

(a) few bij zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn.


a few = een paar

few = weinig


There are a few cats in my living room.

Slide 10 - Tekstslide

 Some & any

Slide 11 - Tekstslide

Samengevat...

Slide 12 - Tekstslide

How ….. money did she get for that old Phone? Fifty pounds?
A
much
B
many
C
a little
D
few

Slide 13 - Quizvraag

Today I am visiting .... university.
A
much
B
an
C
a
D
a few

Slide 14 - Quizvraag

..... girls bought new clothes in that shop, because it is pretty expensive
A
Many
B
Much
C
Few
D
Little

Slide 15 - Quizvraag

I didn't get ..... birthday cards.
A
a little
B
little
C
much
D
many

Slide 16 - Quizvraag

I could eat ..... chocolate, but my mother keeps it away from me.
A
a few
B
many
C
lots of
D
an

Slide 17 - Quizvraag

….. Dutch skaters win prizes in international tournaments
A
Much
B
A lot of
C
A little
D
an

Slide 18 - Quizvraag

Oefenen
Do: Grammar exc. 2, 4, 5 (SB, p. 12)

Slide 19 - Tekstslide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 20 - Open vraag

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 21 - Open vraag