BVJ 1.3 Cellen van dieren en planten

Thema 1 Organen & Cellen
1.3 Cellen van dieren en planten
(B: 1.4)
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen & Cellen
1.3 Cellen van dieren en planten
(B: 1.4)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Terugblik
Leerdoelen GT 1.3/ B 1.4
Theorie Cellen van dieren en planten
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon

Slide 3 - Quizvraag

Een cel van een ui is een voorbeeld van een plantaardige cel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Organismen
cel
Orgaan
stelsel
orgaan
weefsel

Slide 5 - Sleepvraag

Organisatieniveau van groot naar klein
A
orgaan -organisme -weefsel -cel -organenstelsel
B
organisme- organenstelsel- orgaan - weefsel - cel
C
weefsel - cel- orgaan - organisme- organenstelsel
D
organenstelsel- orgaan - organisme - weefsel- cel

Slide 6 - Quizvraag

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 7 - Quizvraag

waar in je lichaam bevindt zich vloeibare tussencelstof?

Slide 8 - Woordweb

tussencelstof
Zit tussen de cellen. Kan vloeibaar, hard of zacht zijn. Dat hangt af van het weefsel.

Tussencelstof van hersenweefsel is vloeibaar (hersenvloeistof)
Tussencelstof van beenweefsel is erg hard (kalk)
Tussencelstof van kraakbeenweefsel is elastisch/ buigzaam


Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen:

Je kunt de delen benoemen van plantaardige
en dierlijke cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 10 - Tekstslide

hoeveel mensen wonen op aarde

Slide 11 - Open vraag

hoeveel cellen zitten er in jouw lichaam?

Slide 12 - Tekstslide

80.000 miljard cellen

Slide 13 - Tekstslide

Dierlijke cel
  • Celmembraan: dun vlies 
  • Cytoplasma (celplasma):  stroperige vloeistof van water met veel opgeloste stoffen
  • Celkern: regelt alles in de cel
  • Kernmembraan: dun vlies om celkern

Slide 14 - Tekstslide

Plantaardige cel
OOK:
  • Vacuolen: blaasjes met water vol opgeloste stoffen, jonge planten hebben meerdere vacuolen
  • Celwand: geeft een dik stevig laagje om de cel heen is tussencelstof, behoort niet tot de cel
  • TL: Intercellulaire ruimten: kleine holten tussen celwanden gevuld met lucht/water

Slide 15 - Tekstslide

Korrels
  • Bladgroenkorrels: fotosynthese. Glucose als energiebron en grondstof
  • Kleurstofkorrels: in bloemen en vruchten, geel, oranje, rood
  • Zetmeelkorrels: kleurloos, vol zetmeel = reservestof
  • Kunnen van ene type in andere type overgaan

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag
Maken en nakijken/ verbeteren
'Cellen van dieren en planten'

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen die je deze les leert.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

bladgroenkorrels
(FOTOSYNTHESE!!)
kleurstofkorrels
zetmeelkorrels
geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
kleurloos
slaan zetmeel op
als reservestof
aanmaken van glucose als energiebron en grondstof

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen:

Je kunt de delen benoemen van plantaardige
en dierlijke cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
log in op Lessonup!!

Slide 24 - Tekstslide

Cellen van mensen horen bij.......
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen
C
menselijke cellen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de naam van de met vocht gevulde ruimte in een plantencel?

Slide 26 - Open vraag

Welke kleine groene korrels liggen in het celplasma van veel plantaardige cellen?
A
bladgroenkorrels
B
cellen
C
celwanden
D
plantaardige cellen

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor een cel is dit?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Menselijke cel

Slide 28 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zitten alleen in .....
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen

Slide 29 - Quizvraag

Aan het werk!
§ 1.3 lezen en maken
(B:1.4!)

Slide 30 - Tekstslide


Wat is waar?
A
Cel 1: Plantaardige cel Cel 2: Dierlijke cel
B
Cel 1: Dierlijke cel Cel 2: Plantaardige cel

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heet nummer 2?
A
Celkern
B
Celplasma
C
Celmembraan

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
Regelt alles wat er in cel gebeurt.
B
Beschermt de cel.
C
Zorgt voor fotosynthese.
D
Zorgt voor de stevigheid van de cel.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het buitenste laagje om een plantaardige cel?
A
Celmembraan
B
Celwand

Slide 34 - Quizvraag

Welk onderdeel van de plantaardige cel zorgt ervoor dat fotosynthese kan plaatsvinden?
A
De celwand.
B
De celkern.
C
De bladgroenkorrels.
D
Het cytoplasma.

Slide 35 - Quizvraag

Alle dierlijke cellen zien er hetzelfde uit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Sleep het organel naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
bladgroenkorrels
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan

Slide 37 - Sleepvraag

- Dieren hebben veel verschillende soorten
- Cellen van mensen hebben                                                 kenmerken als cellen van dieren.
-De                                             regelt alles wat er in de cel gebeurt.
-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel 
uit
-Om de cellen van dieren ligt een 
dezelfde 
celmembraan 
celplasma
celkern 
cellen 

Slide 38 - Sleepvraag

Hoe ging de les?
Volgende keer: 
GT: Chromosomen
B: Groei en ontwikkeling bij een mens

Slide 39 - Tekstslide