Woordsoorten klas 3

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- 10 minuten lezen 
- Bespreken huiswerkopdracht 
- Uitleg woordsoorten hoofdstuk 3 
- Afsluiting les 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken oefening 2 blz. 65 

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten H3 
Woordsoort van het woord wat 

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan tot de volgende woordsoorten behoren:

Vragend voornaamwoord 
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord mia
Onbepaald voornaamwoord met betekenis iets 
Onbepaald hoofdtelwoord met betekenis een beetje 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Onbepaald voornaamwoord met betekenis iets


Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere: iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een)

Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar iets vaags. Dat kunnen personen of dingen zijn.


Slide 7 - Tekstslide

Onbepaald voornaamwoord met betekenis iets 

Voorbeeld: Ik heb wel wat gehoord.  
Ik heb wel iets gehoord. 



Slide 8 - Tekstslide

Onbepaald hoofdtelwoord met betekenis een beetje

Vraag even of Ellen wat melk voor ons heeft. 
Vraag even of Ellen een beetje melk voor ons heeft. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de kosten van dit pakket?
Wat =
A
onbepaald voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
D
betrekkelijk vnw mia

Slide 10 - Quizvraag

Wil je wat voor mij doen?
Wat=
A
Onbepaald voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
Betrekkelijk vnw
D
betrekkelijk vnw mia

Slide 11 - Quizvraag