Present simple + present continuous

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today
- Learn about the present continuous and present simple

Slide 2 - Tekstslide

Writing this period
Je gaat een uitnodigingsmail schrijven (formeel!!!) naar een sporter over een sportevent die jij hebt georganiseerd.  

Nodig jouw favoriete sportspersoon uit voor het evenement. 
Gebruik hier ongeveer 200 woorden voor (10% marge) 
Deadline 1 juni
Waar wordt je op beoordeeld?

Slide 3 - Tekstslide

Verwerk de volgende punten in jouw (formele) brief:


1) geef aan dat jij het sportevent hebt georganiseerd
2) locatie, datum & tijd van het event
3) wat de doelgroep is en waarom je voor deze doelgroep hebt gekozen
4) benoem 3 activiteiten die zullen plaatsvinden
5)) waarom de persoon (jouw gekozen sportspersoon) moet komen
6) geef aan dat je budget beperkt is en dat je alleen reiskosten kan vergoeden 





Slide 4 - Tekstslide

Beoordeling
1) zinsopbouw
2) interpunctie
3) signaalwoorden/ voegwoorden (minimaal 4)
4) grammatica en spelling
5) structuur
                                                        Deadline 1 juni

Slide 5 - Tekstslide

grammar - 
present simple & present continuous



Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Slide 6 - Tekstslide

present simple & present continuous
Present simple - tegenwoordige tijd
- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven. 
- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes)   (SHIT REGEL)

Feit: The train arrives at six o'clock.
Gewoonte: Joe always wears a helmet at work.
Regelmatige gebeurtenis: I usually take orders from costomers.

Slide 7 - Tekstslide

present simple & present continuous
Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd
- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven. 
- am / are / is + werkwoord + ing

NU bezig: I am stacking shelves right now.
Irritatie: She is always teasing me!



Slide 8 - Tekstslide

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 9 - Tekstslide

Exercise 1
5x Multiple choice 
Choose the right answer; 
Present Simple or Present Continuous

Slide 10 - Tekstslide

My grandmother ___ a sweater for me each year.
A
knits
B
is knitting
C
are knitting
D
knit

Slide 11 - Quizvraag

Look! The cat ___ with the dog!
A
are playing
B
is playing
C
playing
D
play

Slide 12 - Quizvraag

I ___ for my glasses. Do you know where they are?
A
look
B
am looking
C
are looking
D
looking

Slide 13 - Quizvraag

I always ___ Julian a birthday card.
A
is sending
B
send
C
sends
D
am sending

Slide 14 - Quizvraag

Usually, I ___ until late.
A
are sleeping
B
sleep
C
sleeps
D
am sleeping

Slide 15 - Quizvraag

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 16 - Tekstslide

Exercise 2
5x open questions
Write the right answer; 
Present Simple or Present Continuous
Only write the answer, NOT the whole sentence.

Slide 17 - Tekstslide

Look! That boy ___ us! (watch)

Slide 18 - Open vraag

We always ___ to school by bus. (go)

Slide 19 - Open vraag

The supermarket ___ at eight. (close)

Slide 20 - Open vraag

He ___ the keyboards in his room now. (play)

Slide 21 - Open vraag

Hurry up, kids! Dad ___ the car already! (start)

Slide 22 - Open vraag

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 23 - Tekstslide

Ik begrijp wat ik moet doen bij present simple vs present continuous
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Extra exercises on next slide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Next week!
Ga onderzoek doen naar wat een blog effectief maakt. 
Lees verschillende blogs en neem de 2 beste mee naar de les van volgende week. 
We gaan hier in de les mee verder. 

Slide 27 - Tekstslide