•	Je weet wat welvaart is en hoe dit in de gouden eeuw werd verdeeld.
•	Je kent een aantal landen waar de welvaart nog steeds heel oneerlijk verdeeld is. 
•	Je weet hoe de overheid ervoor zorgt dat het verschil tussen arme mensen en rijke mensen niet te groot wordt.
•	Je weet wat nivellering en denivellering is.
•	Je weet wat een progressief en degressief belastingtarief is.