PM - Beroepshouding Les 4

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Beroepshouding 

Les 4

Programma

- Vorige les PWK 1 Organisatie in de Kinderopvang

- Pedagogische visies

- Werkdocumenten in de kinderopvang

• Pedagogisch beleidsplan
• Kwaliteitsplan
• Protocollen en procedures
  Afsluiten met opdrachten

Vorige les

PWK hoofdstuk 1 Organisatie van de kinderopvang

De wet Kinderopvang

Pedagogische basisdoelen

Soorten kinderopvang

Opdracht

a. Leg elke soort kinderopvang uit in eigen woorden. Benoem daarbij de leeftijd van de doelgroep en de kenmerken, 

b. Benoem de verschillen tussen de soorten kinderopvang.

c. Welke eisen staan in de Wet Kinderopvang (sinds 2005) waar een organisatie aan moet voldoen? Gebruik je boek/internet.

Toetsstof Beroepshouding

PWB    19.1   t/m   19.3

PWK    1  

Vanaf periode 2 

PWK 2 (herhalen)

PWB 13

PWB 14

PWB 19.4

PWK 2.1 t/m 2.4 is zelfstudie

2.5 Pedagogische visies

• Emmi Pikler
• Loris Malaguzzi
• Rudolf Steiner
• Janusz Korczak
• Thomas Gordon
• Jesper Juul 

Opdracht

Ga in tweetallen elke pedagogische visie in eigen woorden opschrijven. 

• Wat is de visie?
• Hoe zie je dat terug in de kinderopvang?
• Gebruik je beschrijving voor de toetsstof

2.6.1. Pedagogisch beleidsplan

• Opvattingen over opvoeden, normen en waarden, visie
• Omgang pm'ers met de kinderen
• Dagindeling
• Inrichting van de ruimtes
• Aanbod activiteiten + middelen
• Doelstelling
• Interne werkwijzen
• Contact(momenten) met ouders 

2.6.2. Kwaliteitsplan

Kinderopvangorganisaties zijn verplicht opvang van goede kwaliteit te leveren.  Wettelijk bepaald en de GGD controleert.

• Aanmelding en plaatsing
• Beleid en organisatie
• Evaluatie
• Uitvoering en dienstverlening
• Onderzoek en ontwikkeling
• Personeel
• Fysieke omgeving en materiaal

2.6.3. Protocollen en procedures

Protocol = eenduidige werkwijze. Het bied houvast bij maken van keuzes bij moeilijke en/of onveilige situaties. 

Bied ook handvat voor ouders over de uitvoering van het beleid. Bijvoorbeeld: Kinderen in de zon, Hoofdluis, Pesten, Veilig slapen/ voorkomen van wiegendood.

Procedure = Beschrijft een proces, het geeft aan hoe je het beste kunt handelen in een bepaalde situatie.

Maak zelfstandig opdracht:

Ter voorbereiding op je toets;

1.11, 1.12, 2.02, 2.03, 2.05, 2.06

Soorten Kinderopvang (KO)

• Kinderdagverblijf
• Gastouderopvang
• Nanny
• Peuterspeelzaal
• Tussenschoolse opvang (TSO)
• Buitenschoolse opvang (BSO) 
• Tieneropvang
• Brede school en Integraal Kindcentrum (IKC)

Opdracht

a. Leg elke soort kinderopvang uit in eigen woorden. Benoem daarbij de leeftijd van de doelgroep en de kenmerken, 

b. Benoem de verschillen tussen de soorten kinderopvang.

c. Welke eisen staan in de Wet Kinderopvang (sinds 2005) waar een organisatie aan moet voldoen? Gebruik je boek/internet.

Volgende les:

Opdr. 1.11 & 1.12

PWK 2 Werken in de kinderopvang