Klas 2A week 20

Klas 2A-Nederlands-week 20
Even checken: heb je afgelopen maandag de tio-spelttoets gemaakt?

Deze les:  verder met NN H5 Woordenschat, je gaat opdr. 3 (p. 145-146) maken. Je hebt dus nodig: je NN-boek, je schrift.

Aan het eind van de week controleer ik of iedereen de LessonUp heeft doorlopen.

Succes!

Kijk nu eerst (een stukje van) het filmpje (volgende slide), de linker man is Marc van Oostendorp die in tekst 1 (p. 145) aan het woord komt.
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Klas 2A-Nederlands-week 20
Even checken: heb je afgelopen maandag de tio-spelttoets gemaakt?

Deze les:  verder met NN H5 Woordenschat, je gaat opdr. 3 (p. 145-146) maken. Je hebt dus nodig: je NN-boek, je schrift.

Aan het eind van de week controleer ik of iedereen de LessonUp heeft doorlopen.

Succes!

Kijk nu eerst (een stukje van) het filmpje (volgende slide), de linker man is Marc van Oostendorp die in tekst 1 (p. 145) aan het woord komt.

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Lees nu tekst 1 (p. 145-146)
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Maak nu opdr. 3 (p. 145-146)
Tip: gebruik voor vraag 1 het internet (bijvoorbeeld vandale.nl), kijk ook naar de context van de woorden.
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
1 beaamt:  geeft toe/bevestigt
2 speculatief: denkbeeldig/niet zeker
3 lexicon:  woordenschat
4 gissen:  raden 
5 prognose:  voorspelling 
6 tendensen: ontwikkelingen/neigingen/richtingen waarin een ontwikkeling gaat 
7 voorziet: verwacht dat er gaat gebeuren/voorspelt 
8 evolueert: zich ontwikkelt/verandert

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
9 linguïst:  taalkundige
10 preposities:  voorzetsels 
11 reductie:  vermindering/versimpeling 
12 kanttekening: opmerking/voorbehoud 
13 Slavische: van de Slaven, een volksstam in Oost-Europa waartoe bijvoorbeeld Russen, Polen en Serviërs behoren
14 geconserveerd: behouden/bewaard 
15 arbitrair:  willekeurig 
16 boosdoener: degene die iets kwaads of slechts doet/schurk/boef 
17 collocaties:  vaste verbindingen 

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
18 variabele: niet vaste 
19 teloorgaan: verloren gaan/verdwijnen
20 futuristische: toekomstige
21 fonetische: op de klanken betrekking hebbend
22 visionair: iemand die in de toekomst blikt en daar voorspellingen over doet 
23 inferieur: slecht; van slechte kwaliteit

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
a hegemonie:  opperheerschappij
b congrueren:  overeenstemmen
c analyse:  ontleding in bestanddelen
d intrigerende:  zeer boeiende/fascinerende
e louter:  alleen maar
f bezigen:  gebruiken

Slide 8 - Tekstslide

Dit is het einde van deze les
Volgende week  gaan we verder met de onderdelen "woordenschat"  en "grammatica".

Zoek je grammaticaschrift vast.

Fijn weekend!

Slide 9 - Tekstslide