Week 41, les 1 Sprechen und schreiben

Was machen wir heute:


  • Rückblick / Hausaufgaben 
  • Hören und Sehen
  • Schreiben
  • Wortschatz




Dienstag 7. Oktober 2025
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute:


  • Rückblick / Hausaufgaben 
  • Hören und Sehen
  • Schreiben
  • Wortschatz




Dienstag 7. Oktober 2025

Slide 1 - Tekstslide

Klassenregeln
- Respect!
- Niet eten in het lokaal, slokje drinken mag
- Geen toiletbezoek tijdens de les
- Geen jas, pet, capuchon, oortjes enz....


- Elke les boek en laptop meenemen!
- Bij binnenkomst boek en pen op tafel, alle andere spullen blijven in je tas!



Slide 2 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Aufgabe 35, 37, 39 und 41
Ab Seite 34


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ga naar: woots.nl

Slide 13 - Tekstslide

Er staat een oefentoets voor je klaar. Je hebt voor deze toets maximaal 46 minuten.
Het is een video en een audiodeel

Ben je klaar? Aufgabe 18, 19 und 21, ab Seite 227
(Deze maak je in je boek, gebruik voor het beantwoorden van 19 en 20 de tekst van Aufgabe 19 geen translate!

Slide 14 - Tekstslide

Machen:
Aufgabe 18 bis zum 21, ab Seite 227

Lernen:
Lernübersicht Kapitel 1 + Theorie Schreiben

Nicht vergessen!!
Buch und Laptop mitnehmen!


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Brückenschlag= herhaling van de stof uit jaar 2 en 3
Slim Stampen= oefenen met woordjes en grammatica
Lingua.com = hier kun je leesteksten oefenen
www.duits-oefenen-online.nl = algemene oefeningen
www.duits.de = algemene oefeningen

Slide 18 - Tekstslide

Lernziel

- Je kunt de werkwoorden met a-Umlaut en e/i Wechsel in de tegenwoordige tijd vervoegen.



Slide 19 - Tekstslide

Grammatik
Wat weet je nog?
-Hoe vervoeg je ook al weer de zwakke werkwoorden in het Duits?
-Wat komt er steeds achter de stam van het werkwoord?
-Welke uitzondering daarop heb je geleerd?


Slide 20 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord kommen?
A
kom
B
komm
C
kommen
D
komme

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de stam van het werkwoord futtern?
A
futtern
B
futte
C
futt
D
futter

Slide 22 - Quizvraag

Wat komt er achter de stam bij de persoonsvorm ich?
A
-t
B
-st
C
-e
D
-en

Slide 23 - Quizvraag

Wat komt er achter de stam bij de persoonsvorm jij (du)?
A
-t
B
-st
C
-e
D
-en

Slide 24 - Quizvraag

Wat komt er achter de stam bij de persoonsvorm hij/zij/het (er/sie/es)
A
-t
B
-st
C
-e
D
-en

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Uitzonderingen
Stam eindigt op t dan bij du, er/sie/es, ihr een extra e
bijvoorbeeld arbeiten: du arbeitest

Stam eindigt op s/ß/z dan bij du geen -st maar -t
bijvoorbeeld tanzen: du tanzt

Slide 27 - Tekstslide

Klinker verandering
Sterke werkwoorden met e of a in de stam

Bij du en er/ie/es
korte e wordt i 
lange e wordt ie
Uitzondering: geben, nehmen
a wordt ä

........

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Veel voorkomende werkwoorden met E/I Wechsel zijn:

Slide 30 - Tekstslide



Sterke werkwoorden met een -a- in de stam, krijgen een Umlaut bij de 2e en 3e persoon enkelvoud 
(du, er/sie/es) in de tegenwoordige tijd.

Slide 31 - Tekstslide

Veel voorkomende werkwoorden met A-Umlaut zijn:

Slide 32 - Tekstslide