financieel hoofdstuk 3 vervolg

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Uitleg balans en resultatenberkening

Kenmerken balans

• Een overzicht van bezittingen en schulden
• Bestaat uit een debet en credit kant
• De balans moet in evenwicht zijn 

Debet en credit

Debetzijde: 

• Staat aan de linkerkant van de balans.
• Staat wat er met het vermogen gedaan is = vermogensbesteding

Creditzijde: 

• Staat aan de rechterkant van de balans
• Staat hoe het vermogen verkregen is = vermogensverkrijging 

Debet = bezittingen 

Vaste activa: bezittingen die langer dan een jaar meegaan.

• Gebouwen
• Machines

Vlottende activa: bezittingen die korter dan een jaar meegaan.

• Voorraden
• Debiteuren
• Liquide middelen

Credit = schulden

Eigen vermogen: het geld wat van de eigenaar zelf is. 

Lang vreemd vermogen: schulden met een looptijd van meer dan een jaar

• Hypotheek
• Onderhandse lening

Kort vreemd vermogen: schulden met een looptijd van minder dan een jaar

• Crediteuren
• Nog te betalen kosten

Balans

Resultatenrekening

• Kosten en opbrengsten van een bedrijf in een bepaald jaar
• Onderdeel van de jaarrekening dit is een algemeen overzicht van de financiële situatie van een bedrijf. 
• Winst of verlies van een bedrijf ook wel winst en verlies rekening genoemd

Resultatenberekening

Geef een cijfer aan de opbouw van de les.
Links = slecht, rechts = goed

110

Geef een cijfer aan de moeilijkheid van de stof.
Links = makkelijk, rechts = moeilijk

-110

Geef een cijfer aan mijn houding voor de les.
Links = slechte, rechts = goed

-210

Wat wil je nog kwijt?

Begrippen plaatsen op balans

IWO

Gebouwen

Loon

Rentelasten

Voorraad

Winst

Kas

Debiteuren

Banklening

Crediteuren

Eigen vermogen

Banklening

Huiswerk 3.01 tot en met 3.14