week 6 ; specifieke begeleiding ,anatomie gewrichten en bot

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

week 6; presentaties begeleiding + anatomie gewrichten en bot

Deze les

9.30 uur; korte terugblik vorige les

9.35 uur; keuze maken inhoud laatste les

9.45 uur; presentaties

10.45 uur; korte pauze

10.55 uur; anatomie gewrichten en bot

11.25 uur; afsluiting en volgende week

Overzicht periode

week 1 7/2 ;     Uitleg module, vitale functies, specialisaties,herhaling luister technieken, inleiding begeleidingstechnieken

week 2 14/2;    love to innovate

week3 21/2;    sociale netwerk en  netwerkkaart, zelfredzaamheid 

voorjaarsvakantie 28/2

week 4 7/3; voeding en dieetleer, specifieke begeleiding (presentatie per groep), feedback geven

week 5 14/3;  gastles rheumanederland , zorgplan schrijven

week 6 21/3; presentaties begeleiding, anatomie gewrichten en bot

week 7 28/3; casus klinisch redeneren hart- en vaatstelsel, opdracht loopbaan

week 8 4/4; gastles palliatieve zorg 

week 9 11/4;  casus klinisch redeneren hersenen

week 10 18/4 Goede vrijdag, geen les ! meivakantie t/m 5 mei

Eindopdracht vervalt, de presentie die je gedaan hebt, is de opdracht van deze periode !

Lesdoelen

• Je presenteert een vorm van begeleiding
  
• Je geeft en ontvangt opbouwende feedback op de presentaties
  
• Je benoemt de werking van de gewichten
  
• Je benoemt de anatomie van het bot

Presentaties

Botten en gewrichten

Wat bevindt er zich in de holte van het bot?

1. Bruine beenmerg
2. Gele beenmerg
3. Rode beenmerg
4. Witte beenmerg

Wat is de functie van beenmerg ?

Beenmerg

1. Bloedcelproductie ;

Rode bloedcellen (erytrocyten) → vervoeren zuurstof door het lichaam.

Witte bloedcellen (leukocyten) → onderdeel van het immuunsysteem en bestrijden infecties.

Bloedplaatjes (trombocyten) → helpen bij de bloedstolling.

2. Opslag van stamcellen; kunnen zich ontwikkelen tot verschillende soorten bloedcellen. Dit maakt het mogelijk om voortdurend nieuwe cellen aan te maken en oude of beschadigde cellen te vervangen.

3. Opslag van vetten en mineralen; in het gele beenmerg, vnl in lange botten, energieopslag

4. Onderdeel van het immuunsysteem; bepaalde witte bloedcellen, zoals B-lymfocyten, rijpen in het beenmerg en spelen een rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers.

Scharniergewricht

Scharniergewrichten, zoals de elleboog en je vinger, kunnen slechts in één richting bewegen.

Rolgewricht

De rolgewircht:  zoals de gewrichten in de onderarm, die meerdere kanten op kunnen bewegen.

Kogelgewricht

De kogelgewricht:  zoals de schouder en heup, kunnen in (bijna) alle richtingen bewegen.

Elipsvormiggewricht

pols en tussen schedel en ruggewervels

Zadelgewricht

Bij welke gewricht is er de meeste beweging mogelijk?

1. Kogelgewricht
2. Rolgewricht
3. Scharniergewricht
4. Draaigewricht

Welk gewricht bevindt zich in de knie

1. Elipsvormiggewricht
2. Kogelgewricht
3. Scharniergewricht
4. Rolgewricht

sleep de juiste gewricht naar het juiste plaatje. 

Thiememeulenhof

Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorgH5 t/m 10 +  H6

 

Pathologie; module 10 gewrichtsziekten n3/4

Anatomie;Module 13 Stevigheid en beweging; 13.1 skelet n4

                       Module 8 bewegingsstelsel n3

 

Lesdoelen behaald ?

• Je presenteert een vorm van begeleiding
• Je geeft en ontvangt opbouwende feedback op de presentaties
• Je benoemt de werking van de gewichten
  
• Je benoemt de anatomie van het bot

 

Volgende week

Hartfalen

Anatomie hart en bloedsomloop

Assertiviteit in de praktijk