In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§7.2 Besluiten nemen
Slide 1 - Tekstslide
Wat is ook weer een parlementaire democratie ?
Slide 2 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt in je eigen woorden uitleggen:
- Hoe de Eerste en Tweede Kamer worden samengesteld
- Hoe de Regering wordt gevormd
- Hoe een wet tot stand komt
Let op: maandag 16 september: SO H7 (§7.1 tot en met §7.3)
Slide 3 - Tekstslide
Evenredige vertegenwoordiging
In Nederland is er sprake van een kiesstelsel volgens evenredige vertegenwoordiging. Het aantal uitgebrachte stemmen, gedeeld door het aantal zetels, bepaalt hoeveel stemmen er nodig zijn voor één zetel (kiesdeler).
In een formule:
Aantal stemmen / aantal zetels = kiesdeler
Slide 4 - Tekstslide
Bij de Tweede Kamer verkiezingen van 2023 hebben 10.432.726 mensen geldig gestemd. Hoeveel stemmen heeft een partij nodig voor één zetel?
Slide 5 - Open vraag
Het parlement
Verdelen van zetels gaat via evenredige vertegenwoordiging
Een groep Kamerleden van eenzelfde partij zijn een fractie
Landelijk kiest het volk de leden van de Tweede Kamer
De Eerste Kamer wordt gekozen door de leden van Provinciale Staten ( = 'getrapte verkiezingen' )
Een systeem waarbij alle geldige stemmen worden opgeteld en gedeeld door het aantal zetels, om te bepalen hoe de zetels worden verdeeld
Het parlement
Eerste Kamer
75 leden
Tweede Kamer
150 leden
Slide 6 - Tekstslide
Filmpje
Hoe werkt de Tweede Kamer?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Regering en kabinet (niet hetzelfde!)
Het kabinet bestaat uit de ministers en staatssecretarissen
Het kabinet bedenkt de meeste wetten en voert deze uit
De ministers vormen samen met de koning de regering
Kabinet
Regering
Staatssecretarissen
Ministers
Koning
Onderministers, zij helpen de minister. Een soort van assistentmanager.
Slide 9 - Tekstslide
De Regering
Regering = koning ** + minister president + ministers + staatssecretarissen
Kabinet = Minister-President + Ministers en staatssecretarissen.
Hoofd regering = minister-president/premier
** de koning heeft geen invloed in de regering!**
Slide 10 - Tekstslide
Eerste kamer ( 'Senaat' )
Slide 11 - Tekstslide
Rechten Eerste en Tweede Kamer
Eerste Tweede
Budgetrecht I.d. 1e Kamer, + recht van
Onderzoeks- & Enquêterecht Initiatief en recht van Amen-
Interpellatierecht dement
Vragenrecht
Motierecht
Slide 12 - Tekstslide
Wetgevende bevoegdheden
recht van amendement (*)
recht van initiatief (*)
wetten goedkeuren/ afwijzen
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquête
*alleen 2e kamer
1e en 2e kamer
(*) Enkel voor de Tweede kamer
Wetsvoorstellen veranderen.
Wetsvoorstellen indienen.
Uitgaven regering goed/afkeuren
Uitleg vragen aan ministers
Uitgebreid onderzoek doen
Rechten parlement: 1e + 2e kamer
Slide 13 - Tekstslide
Resumé
Schrijf voor jezelf aan de hand van de 'W'-vragen (wie, wat, waar, waarom en wanneer) in je aantekeningenschrift op wat je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Tekstslide
Het formatiespel
Volg de instructies op de video's en van de docent
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Ronde 2
Kies 10 standpunten
timer
7:00
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Ronde 3
Zet je 10 standpunten van 'belangrijkheid'.
Meest belangrijke standpunt = 10 punten Minst belangrijke standpunt = 1 punt
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Ronde 4
Onderhandel met de andere groep over de standpunten. Komen samen tot 10 gezamenlijke standpunten. Probeer zoveel mogelijk van jullie (hoge) standpunten door te voeren.
timer
15:00
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Ronde 4
Tel het aantal punten dat jouw groep heeft gehaald. Vul dit in het scoreformulier in.