Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Le verbe venir
Grammaire H
Le verbe
venir
Comment
tu viens
en ville?
Je prends le métro.
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
10 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammaire H
Le verbe
venir
Comment
tu viens
en ville?
Je prends le métro.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Kies de zinnen waarbij het werkwoord venir in de présent staat.
A
Je viens en voiture.
B
Vous venez à quelle heure?
C
Je suis venue à dix heures.
D
Elle est venue chez moi.
Slide 3 - Quizvraag
Kies de juiste vorm (venir, présent):
Nous _______ souvent à la bibliothèque
A
venez
B
vennons
C
venons
D
vienons
Slide 4 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in (venir, présent):
Ton oncle (komt) ______________ aussi à l'anniversaire de ta mère?
Slide 5 - Open vraag
Vul de juiste vorm in (venir, présent):
Je ( présent ) ____________ avec toi.
Slide 6 - Open vraag
Vul de juiste vorm in (venir, présent):
Elle ________ de faire ses devoirs.
Slide 7 - Open vraag
Vul de juiste vorm in (venir, présent):
Ils _________ d'acheter une voiture.
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste vorm in (venir, présent):
Nous (komen) ______________ diner ce soir chez vous.
Slide 9 - Open vraag
Kies de juiste vorm (venir, présent):
Lisa et Lena __________ à la fête?
A
ont venus
B
sont venues
C
ont venues
D
sont venus
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Vul de juist vorm in (venir, passé composé):
Ils ( venir, passé composé) ______ _____ aujourd'hui.
Ils ( venir ,passé composé ) __________ à trois heures
Slide 12 - Open vraag
Vul de juist vorm in (venir, passé composé):
Je ________ ________ en retard.
Slide 13 - Open vraag
Vul de juist vorm in (venir, passé composé):
Elles ________ _________ à la fête.
Slide 14 - Open vraag
Vul de juist vorm in (venir, passé composé):
Nous ________ _________ rendre visite.
Slide 15 - Open vraag
Vul de juist vorm in (venir, passé composé):
Julie, tu (bent gekomen) _____________ _____________ à Toulouse pour la fête?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Le verbe venir
2 days ago
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Venir
April 2025
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Le verbe venir
September 2023
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Venir
5 days ago
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Le verbe venir (komen) in de 4 tijden (Présent, passé composé, imparfait & futur)
May 2025
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
H3 GL ch2G (herh D)
February 2023
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
chap 5 - H (grammaire)
September 2023
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
3H Grammaire H chapitre 5 GL
February 2025
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3