A2 - spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

A2 - spelling

Schrijf de volgende zin juist over:

marieke en hilde gaan vrijdagmiddag in amsterdam winkelen in de kalverstraat

Een zin eindigt altijd met een punt.

1. Waar
2. Niet waar

Is het late night show, of latenightshow?

1. Late night show
2. Latenightshow

Wat is de functie van de leestekens bij déjà vu?

Morgen is de (diploma uitreiking).

Schrijf het woord tussen haakjes goed.

Wanneer gebruik je het koppelteken niet?

1. Bij een klinkerbotsing
2. bij een woord+afkorting
3. Bij een heel lang woord
4. Bij een getal+woord

Schrijf de zin juist over. Maak gebruik van het weglatingsstreepje.

Ik ga kinderkleding en kinderschoenen kopen.

De Bijlmer ligt in:

1. Amsterdam zuidoost
2. Amsterdam zuid oost
3. Amsterdam-Zuidoost
4. Amsterdam-zuidoost

Die donkere bril die je in de zomer op je hoofd hebt heet een:

Wat is het verschil tussen een langeafstandsloper en een lange afstandsloper?

Slaap lekker, loop door, veel succes.

Dit zijn voorbeelden van:

1. Gebiedende wijs
2. Aanvoegende wijs

Michael Schumacher (racen) vroeger voor Ferrari

1. racede
2. racete
3. raceden
4. raceten

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

1. Zin in andere tijd zetten
2. De tijdproef
3. De werkwoorden veranderen van tijd
4. VT omzetten naar TT of andersom

Noteer de persoonsvorm(en)

Richard brengt morgen zijn scooter en zijn fiets naar de fietsenmaker.

Noteer de persoonsvorm(en):

Rosanne is van de trap gevallen, daardoor loopt ze met krukken.