WEBB - Herhaling Levensloop

Welkom
4 VWO ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 VWO ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Speltheorie
- Verdeling huishoudelijke taken
- Inkomstenbelasting
- En verder???
 - Aan de slag!


Slide 2 - Tekstslide

Speltheorie

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan speltheorie
Matrix overnemen
Streepjes zetten.
Strategie uitschrijven voor speler 1.
Strategie uitschrijven voor speler 2.
Conclusie

Slide 4 - Tekstslide

Verdeling huishoudelijke taken
Heeft Ilse absoluut voordeel? Verklaar het antwoord.
Vul de tabel zo efficiënt mogelijk in.

Slide 5 - Tekstslide

Absoluut en comparatief voordeel
Jeroen heeft een drukke baan. Hij kan en wil maar vier uur aan deze taken besteden, waarvan drie uur aan het onderhoud van de tuin. Vul de rest van de tabel in.
6

Slide 6 - Tekstslide

Belastbaar inkomen
Het inkomen dat overblijft na de bijtellingen en aftrekposten noemen we het belastbaar inkomen. Schematisch kan je dat alvolgt weergeven:
Bruto jaarinkomen
Bijtellingen +
Aftrekposten      -
Belastbaar inkomen

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
Je bruto-inkomen in 2019 was 76.000 euro.
Je hypotheek lening is 450.000 met een rente van 2,3%
Je eigenwoningforfait is 0,75% over je woz-waarde van 450.000.

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan uitrekenen inkomensheffing
Stap 1: Belastbaar inkomen uitrekenen:
               Bruto inkomen  + bijtellingen -aftrekposten= belastbaar inkomen
Het belastbaar inkomen is het inkomen waarover je belasting/inkomensheffing moet betalen
Aftrekposten zijn dingen als; pensioenpremie,  rente over je hypotheek en reiskosten.
Bijtelling; eigenwoningforfait

Stap 2: het schijvensysteem toepassen
Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.


Slide 9 - Tekstslide

Stap 1
450.000 x 0,023 = 10.350
450.000 x 0,0075 =3.375

Belastbaar inkomen = 76.000 - 10.350 + 3.375 = 69.025
Nu naar stap 2!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Belastbaar inkomen van 69.025
Schijf 1: 20.711 x 0,3665 = 7.590,58 euro
Schrijf 2: 68.507 - 20.711 = 47.796 euro
47.796 x 0,3810 = 18.210,28 euro
Schrijf 3: 69.025 - 68.507 = 518 euro
518  x 0,5175 = 268,07 euro

Belasting totaal = 7590,58 + 18.210,28 + 268,07 = 26.068,93 --> centen mag je weglaten.

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan uitrekenen inkomensheffing
Stap 2: het schijvensysteem toepassen


Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.

Voorbeelden van heffingskortingen zijn: algemene heffingskorting, arbeidskorting --> heffingskortingen werken nivellerend (ze zijn hoger voor de armere dan voor de rijkere)


Slide 13 - Tekstslide

Te betalen belasting
Belasting totaal = 7590,58 + 18.210,28 + 268,07 = 26.068,93 --> centen mag je weglaten, dus 26.068,-

Verminderen met de heffingskortingen! Bijvoorbeeld - 500. 

Slide 14 - Tekstslide

Niet vandaag gedaan, wel belangrijk:
- Lorenzcurve
- Budgetlijn
- Verzekeren (risicoaversie, asymmetrische informatie, particulier/collectief, principaal/agent)
- Gemiddelde druk en marginale tarief
- Opofferingskosten
- Voorraadgrootheden/Stroomgrootheden

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Oefentoets maken!

Slide 16 - Tekstslide