10.4 Wetenschap in de 19e eeuw

Leerdoelen
  • uitleggen dat de evolutietheorie van Darwin botste met het traditionele gods- en wereldbeeld;
  • uitleggen dat Feuerbach, Marx, Nietzsche en Freud radicaal braken met traditionele ideeën over God, religie en de mens.



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • uitleggen dat de evolutietheorie van Darwin botste met het traditionele gods- en wereldbeeld;
  • uitleggen dat Feuerbach, Marx, Nietzsche en Freud radicaal braken met traditionele ideeën over God, religie en de mens.



Slide 1 - Tekstslide

Charles Darwin
  • 1859: 'On The Origin of Species by Means of Natural Selection, or the Preservation of Favoured Races in the Struggle for Life'  (Over de oorsprong van soorten door middel van natuurlijke selectie, of het behoud van begunstigde rassen in de strijd om het bestaan).
  • de verscheidene soorten zoals we die vandaag de dag kennen waren niet onveranderlijk en niet door een God gecreëerd, maar waren in de loop van miljoenen jaren geëvolueerd.
  • Darwin trok de wereld rond en zag op de Galapagoseilanden dat de snavels van vinken zich op verschillende eilanden verschillend hadden ontwikkeld
  • De besten, volgens Darwin de best aangepasten (fittist), zouden overleven en de slechtsten, zij die zich evolutionair niet konden aanpassen, zouden uiteindelijk verdwijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Ludwig Feuerbach
  • Al in de 17e eeuw hadden verlichtingsdenkers de almachtige God gedegradeerd tot ‘horlogemaker van de schepping’.
  • Sommigen hadden het bestaan van God zelfs ontkend (atheïsme)
  • Rond 1840 gooide de Duitse filosoof Ludwig Feuerbach de knuppel in het hoenderhok. Volgens hem had God niet de mens geschapen, maar was het eerder andersom: de mens had God geschapen (bedacht). 
  • De reden daarvoor was dat ze moeite hadden met de eindigheid van het leven: ze wilden graag onsterfelijk zijn.
  • Feuerbach was een materialist: hij geloofde slechts in wat hij kon zien (de zichtbare materie). 
  • liefde voor God had weinig zin had; je kon beter de mensen om je heen liefhebben.

Slide 4 - Tekstslide

Karl Marx en het geloof
  • 1844: Marx beschreef godsdienst als ‘opium van het volk’. De belofte van een plaats in de hemel was vals en had vooral als doel de armen en onderdrukten af te houden van een gerechtvaardigde opstand (door te wijzen op de beloning in het hiernamaals zouden onderdrukten zich schikken in hun lot).
  • De kerk droeg op deze wijze enorm bij aan de voortdurende onderdrukking van arm door rijk.
  • Als de proletariërs de macht grijpen, zal de religie vanzelf een zachte dood sterven, omdat na het stoppen van de uitbuiting religie overbodig zal zijn.
  • Naar de mening van Marx, vraagt communisme om atheïsme en vangt communisme aan waar atheïsme begint.

Slide 5 - Tekstslide

Friedrich Nietzsche
  • 1882: Met zijn beroemde uitspraak ‘God is dood’ zette Friedrich Nietzsche de laatste stap.
  • Nietzsche vond het christendom als bron van normen en waarden volledig achterhaald:
  • Het had ooit zin gehad als een ‘slavengodsdienst’, waarin zwakkeren een god vereerden die hen naar de ‘hemel’ zou leiden en hun onderdrukkers zou verwijzen naar de hel.
  • De ‘nieuwe mens’ zou dan ook geen slaaf meer zijn, zoals het christendom wilde, maar een trots, zelfstandig wezen, dat zelf bepaalde wat goed of slecht was. 
  • Nietzsche achtte zijn tijdgenoten daartoe nog niet in staat: eerst moest nog ‘de schaduw van de niet-bestaande God’ worden overwonnen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Sigmund Freuds psychoanalyse
  • Ook Freud heeft het denken over mens, religie en samenleving fundamenteel veranderd.
  • Volgens hem was godsdienst weinig meer dan een kader van gemeenschappelijke normen en waarden dat de asociale instincten van de mens onderdrukte.
  • Hij gaf toe dat de wereld hierdoor beschaafder was geworden, maar betreurde tegelijkertijd dat de gelovigen hun onafhankelijke geest inruilden voor een kinderlijke onderdanigheid aan een gefantaseerde vaderfiguur.
  • Hij relativeerde hij aan het begin van de 20e eeuw het rationele karakter van de mens. Voortaan moesten ook de verlangens en angsten in het onderbewustzijn betrokken worden in de verklaring van menselijk gedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Secularisatie (ontkerkelijking)
  • Impact filosofie: Het darwinisme werd gemeengoed via het onderwijs, freudiaanse ideeën drongen door in de gezondheidszorg en in de landen waar marxisten de macht kregen, werd het geloof teruggedrongen.
  • In de tweede helft van de 20e eeuw begonnen grote groepen West-Europeanen de kerk te verlaten. Deze ontkerkelijking of secularisatie was zeker niet alleen het gevolg van de inzichten van genoemde denkers.
  •  Ook de gegroeide welvaart lijkt een grote rol te hebben gespeeld. Door de opkomst van de welvaartsstaat en de ontwikkeling van de medische wetenschap was de onzekerheid in het leven afgenomen en daarmee ook de behoefte aan de steun van de kerk.
  • Echter: sommige christenen in Europa en in Amerika gingen juist op zoek naar de fundamenten van hun geloof.

Slide 10 - Tekstslide