7.1 De gemeente

KNM
thema 7
Instanties
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM
thema 7
Instanties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 7 . Ben je er klaar voor?
timer
3:19
Energizer Shaggy

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

thema 7
Start!
Wat weet je al ? 
Maak 'Wat weet je al toets 7!'



Je krijgt hier 15 minuten voor.
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro thema 7
Bekijk het introductiefilmpje op Taalcompleet.nl

Geef antwoord op de volgende vragen
1. Sura wil dat Gerda met haar meegaat naar het informatiepunt. Waarom?
2. Waarom is Gerda verdrietig?
3. Waarom is discriminatie in Nederland verboden?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro thema 7
Bekijk de brief.

Van wie (welke instantie) is deze brief?

Moet je iets doen?

Zo ja, wat moet je doen?

Slide 5 - Tekstslide

Deel de 5 brieven uit en laat de leerlingen in groepjes antwoord geven op de vragen.
(werkbladen: 7b)

Bespreek daarnaast: controleer jij altijd belangrijke papieren die je krijgt of invult? Waar kijk je dan naar?
Waarom is het goed om te controleren? (Denk aan: boetes krijgen, ten onrechte geld betalen of geld terug
moeten betalen.)
intro thema 7
Bekijk de brieven.

Van wie (welke instantie) is deze brief?

Moet je iets doen?

Zo ja, wat moet je doen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro thema 7
Bekijk de brieven.

Van wie (welke instantie) is deze brief?

Moet je iets doen?

Zo ja, wat moet je doen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro thema 7
Bekijk de brieven.

Van wie (welke instantie) is deze brief?

Moet je iets doen?

Zo ja, wat moet je doen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro thema 7
Bekijk de brieven.

Van wie (welke instantie) is deze brief?

Moet je iets doen?

Zo ja, wat moet je doen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro 7.1 de gemeente
Jullie zijn allemaal wel eens op de gemeente geweest.
Wat heb je daar geregeld?
Waarom ging je naar de gemeente?

(woordweb)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ging JIJ naar de gemeente?
Wat heb je daar geregeld?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

lesplan
1. huiswerk bespreken
2. oefenen: extra gespreksvragen
3. herhalen: Taalcompleet 7.1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk bespreken
Filmpje gezien?

Zijn er vragen? 


...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk bespreken
- Wat is een gemeente? Kun je een voorbeeld noemen van een gemeente?
- Wie werken er op de gemeente?
- Wat is de BRP en welke gegevens staan in de BRP?
-Wanneer ga je naar de afdeling Burgerzaken?
- Wat moet je doen als je een kind hebt gekregen?
- Wat is een uitreksel en waarvoor heb je dat nodig?
- Wat betekent naturaliseren? Waar kun je natuaralisatie aanvragen?
- Aan welke voorwaarden moet je voldoen om te naturaliseren?
- Wanneer moet je een vergunning aanvragen?
- Wat doet de gemeente met het geld van de belastingen?
Extra: Hoe herken je de burgemeester?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je gaat trouwen.
Ja, uiterlijk 2 weken van te voren.

Slide 15 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je koopt een auto.
Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.

Slide 16 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je neemt een hond.
Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.

Slide 17 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je kind gaat naar de basisschool.
Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je wilt een bedrijf beginnen.
Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.

Slide 19 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je  krijgt een kind.
Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken

Slide 20 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je  wilt een feest op straat/ in huis organiseren.
Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.

Slide 21 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je gaat verhuizen.
Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.

Slide 22 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
extra gespreksvragen
Moet je dit doorgeven aan de gemeente?

Je wilt een boom omhakken.
Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.

Slide 23 - Tekstslide

Extra gespreksvraag
Toon de situaties één voor één en vraag telkens of je het moet doorgeven aan de gemeente. 
Eén hoek van de
klas is de ‘ja’-hoek, een andere hoek de ‘nee’-hoek. Om dit te verduidelijken zou je op grote papieren JA en
NEE kunnen zetten en dit in die hoeken op kunnen hangen. Cursisten lopen naar het antwoord dat volgens
hen juist is. Vraag per geval aan de cursisten wat je eventueel bij de gemeente moet doen (een vergunning
aanvragen, een wijziging doorgeven, enz.).
a. Je gaat trouwen. (Ja, uiterlijk twee weken van tevoren.)
b. Je koopt een auto. (Nee. Alleen als je een parkeervergunning wilt, is
het wel handig om je auto te registreren.)
c. Je neemt een hond. (Soms. In een aantal gemeenten moet je hondenbelasting betalen.) 
d. Je kind gaat naar de basisschool. (Nee, je hoeft je kind alleen bij de school in te schrijven.) 
e. Je wilt een bedrijf beginnen. (Soms. Afhankelijk van het soort bedrijf heb je een vergunning nodig.) 
f. Je krijgt een kind. (Ja, je moet je kind inschrijven bij de afdeling Burgerzaken.) 
g. Je wilt een feest op straat/in huis organiseren. (Je hebt geen vergunning nodig voor een feest in/bij 
huis, maar soms wel voor een buurtfeest.)
h. Je gaat verhuizen. (Ja, dit moet binnen vijf dagen na de verhuizing.)
i. Je wilt een boom omhakken. (Een vergunning van de gemeente is niet altijd nodig.
Dit is o.a. afhankelijk van welke gemeente het is.)
Variatie
Werk met groene en rode kaartjes in plaats van de hoeken. De cursisten steken een groene kaart op, als ze
denken dat het antwoord ja is en een rode als het antwoord nee is.
herhalen
Maak aan het eind van de les
op
 Taalcompleet.nl
7.1
Ga niet verder....

Huiswerk: Bekijk op Classroom de filmpjes van 7.2 en 7.3

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies