2.9 Hedendaagse klimaatverandering: oorzaken

H2 Het mondiale klimaatvraagstuk
2.9 Hedendaagse klimaatverandering: oorzaken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2 Het mondiale klimaatvraagstuk
2.9 Hedendaagse klimaatverandering: oorzaken

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf een oorzaak op van hedendaagse klimaatverandering

Slide 2 - Woordweb

Doel: oorzaken van klimaatverandering bestuderen en snappen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Oorzaken klimaatverandering
1. Broeikasgassen
a. CO2: verbranding fossiele brandstoffen 
(bijv. fabrieken en auto's)
b. Methaan: koeien + permafrost
c. Waterdamp: meer verdamping

Slide 5 - Tekstslide

De ontdooiing van permafrost is een voorbeeld van:
A
een negatief terugkoppelingsmechanisme
B
een voorbeeld van externe variabiliteit
C
een voorbeeld van interne variabiliteit
D
een positief terugkoppelingsmechanisme

Slide 6 - Quizvraag

De toename van toename van de verdamping is een voorbeeld van:
A
een negatief terugkoppelingsmechanisme
B
een voorbeeld van externe variabiliteit
C
een voorbeeld van interne variabiliteit
D
een positief terugkoppelingsmechanisme

Slide 7 - Quizvraag

Wolken
d. Meer verdamping -> meer wolken

Wolken weerkaatsen en absorberen zonlicht aan boven en onderkant. 
Gevolg lijkt te zijn dat de verwarming van de atmosfeer vermindert

Slide 8 - Tekstslide

2. Veranderend landgebruik
a. Verbranden regenwoud: bron CO2 uitstoot 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is het verbranden van het regenwoud een bron van CO2 uitstoot?
A
Rook zorgt voor meer wolken en dus meer absorptie van warmte
B
Het verbranden zorgt voor hitte die bijdraagt aan het broeikaseffect
C
Bij het verbranden van bos komt CO2 vrij
D
De opname van CO2 stopt door de verbranding

Slide 10 - Quizvraag

2. Veranderend landgebruik
a. Verbranden regenwoud: bron CO2 uitstoot 
b. Toename akkers en weilanden: 
          weerkaatsen zonlicht -> afkoeling  
          houden minder vocht vast -> verdroging -> 
c. Toename aerosolen:

Slide 11 - Tekstslide

Aerosolen
Losliggende bodemdeeltjes waaien op (stof)
+
fijnstof uit (lucht)verkeer en industrie

Weerkaatsen zonlicht + absorberen warmte
Condensatie water + verkleining druppels (vallen niet)

Dus: opwarming of afkoeling, verdroging of vernatting
-> Afhankelijk van omstandigheden -> mondiaal gezien afkoeling

Slide 12 - Tekstslide

3. Andere oorzaken
Beïnvloeding tussen oceaan en atmosfeer:
a. interne variabiliteit - bijv. El Niño
b. externe variabiliteit - bijv. vulkaanuitbarstingen of zonnevlekken

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In bron 46 zie je dat er een jaarlijkse cyclus is in de ontwikkeling van CO2 concentratie. Waarom is er in september een dal?
A
De begroeiing op Hawaii in de zomer zorgt voor CO2opname
B
De begroeiing ten N van de evenaar zorgt in de zomer voor CO2opname
C
Door het ITCZ staat de zon dan loodrecht op Hawaii
D
De vulkaan Mauna Loa op Hawaii barst vaak in september uit.

Slide 15 - Quizvraag