groep8bl1wk4les2dierendag

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5

Voor je gaat lezen:

• Bekijken!  Waar let je op? 
• Voorspellen!.  Hoe doe je dit?
• tijdens het lezen: rustig, stop na elke zin. Wat denk ik wat er gezegd wordt, wat gebeurt er in de zin! 
• Als je leest check je je voorspelling. Klopt het wat ik dacht?

Lees regel 23: wat helpt je om het woord "terrarium" te begrijpen?

1. Een illustratie in de tekst
2. Een uitleg eerder en verderop in de tekst
3. Niets, ik snap er helemaal niks van.
4. Een woord wat het tegenovergestelde is.

Lees de alinea: Broer konijn.Wat past het best op de plek bij 1? Het antwoord staat in de alinea!

1. rat
2. konijn
3. haas
4. knaagdier

Lees de alinea over Laka. Wat is het probleem en wat is de oplossing? Noteer ook de woorden waaraan je dit herkent!

Regel 55: Tssss... waarom schrijft de schrijver dit?

Hammie

Siri

Laka

Lotje

Broer konijn

Rusland

knuffelbeest

2 kleine tandjes

dikke vacht

alleen

teer

nachtdier

rennen

plassen

sociaal

Wat wordt in deze tekst onderzocht? Formuleer een volledige zin!

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. Je geeft je beestje op dierendag een extra knuffel.
2. Een rat is het ideale speelkameraadje en knuffelbeest
3. Een konijn is geen knaagdier.
4. Meer dan 4 miljoen gezinnen hebben een huisdier.

Opdracht:

• Kies 1 van de 5 dieren.
• Maak een overzicht met kenmerken van je dier.
• Bedenk drie w/h vragen bij je dier, de antwoorden moeten in de tekst te vinden zijn. Noteer de vragen en antwoorden. 
• Zoek 3 verwijswoorden en de woorden waar zij naar verwijzen in je tekst van je dier. Markeer in de tekst.

Opdracht

• Jullie lezen de kenmerken van je dier voor aan andere groepjes. 
• Andere groepjes raden welk dier jullie hadden gekozen.
• Jullie stellen je w/h vragen aan andere groepjes en zij zoeken het antwoord op jullie vragen. 

Wat vind je van deze manier van begrijpend lezen? Tips voor juf?