H10.2 zwanger en bevallen les 7

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom

• terugblik vorige les
• Uitleg 10.2   prenataal onderzoek, tweelingen
• huiswerk volgende les

Voortplanting

H10.2   prenataal onderzoek / tweelingen

terugblik vorige les

Vragen over:

• Leren 10.2 (blz 103/104)
• Maken opdrachten 12 t/m 15

lesdoelen

• weten welke prenatale onderzoeken er zijn
• weten hoe tweelingen ontstaan

prenataal onderzoek

onderzoek baby voor de geboorte = prenataal onderzoek

• echo: onderzoek met geluidsgolven, de baby is hiermee zichtbaar te maken.
• vlokkentest en vruchtwaterpunctie: onderzoek op DNA materiaal uit de celkern van cellen van de baby

prenataal onderzoek

echo: 

• onderzoek met geluidsgolven, de baby is                                     hiermee zichtbaar te maken.
• mogelijke afwijkingen aan de groei/vorm                                       ontdekken
• grootte wordt bepaald, maat voor de lengte                                        van de zwangerschap
• vaak meerdere echo's

prenataal onderzoek

vlokkentest en vruchtwaterpunctie: 

• onderzoek op DNA materiaal uit de                                               celkern van cellen van de baby
• onderzoek op erfelijke afwijking                                                             of down-syndroom
• vlokkentest: DNA uit de placenta (deel embryo)
• vruchtwaterpunctie: DNA uit vruchtwater,                                        cellen embryo

tweelingen

eeneiige tweeling:

• één bevruchte eicel die zich splitst
• hebben zelfde geslacht, lijken sprekend op elkaar

tweelingen

twee-eiige tweeling:

• twee bevruchte eicellen
• geslacht kan verschillende zijn

lesdoelen gehaald?

• weten welke prenatale onderzoeken er zijn
• weten hoe tweelingen ontstaan

Noem drie manieren van prenataal onderzoek

Een twee-eiige tweeling ontstaat uit

1. 1 eicel, 1 zaadcel
2. 1 eicel, 2 zaadcellen
3. 2 eicellen, 2 zaadcellen
4. 2 eicellen, 1 zaadcel

Eén-eiige tweelingen

1. lijken niet altijd op elkaar
2. hebben hetzelfde geslacht
3. lijken altijd op elkaar
4. kunnen verschillen van geslacht

Huiswerk volgende les

• Leren 10.2 (blz 104/106)
• Maken opdrachten 16 t/m 22