Decimalen en procenten

Decimalen en procenten
Ga rustig op jouw plek zitten.
Pak de volgende spullen:
  • Boek deel 1 dicht
  • Schrift                       
  • Rekenmachine, eerst dicht  
  • Pen                           

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Decimalen en procenten
Ga rustig op jouw plek zitten.
Pak de volgende spullen:
  • Boek deel 1 dicht
  • Schrift                       
  • Rekenmachine, eerst dicht  
  • Pen                           

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Uitleg + Voorbeeld 4.1 
  • Uitleg + Voorbeeld 4.4 
  • Zelfstandig 5 min
  • Samenwerken 5 min
  • Vragen bespreken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

§4.1  Decimale getallen
Voorkennis herhalen - Kommagetallen:

Slide 3 - Tekstslide

§4.1 Decimale getallen
Wat is een Decimaal getal? = Getal met cijfers achter de komma.
Aantal decimalen? = Het aantal cijfers achter de komma.

De tros druiven kost €2,75.

De tros druiven weegt 1,036 kg. 

Slide 4 - Tekstslide

§4.1 Decimale getallen

Slide 5 - Tekstslide

§4.1 Decimale getallen
Voorbeeld:
Schrijf de waarde op van het onderstreepte cijfer bij het getal:
365,681

Slide 6 - Tekstslide

§4.1 Decimale getallen
Voorbeeld:
Zet de volgende getallen op volgorde van klein naar groot:
4,82      4,7899     4,8     4,792
Stappen:
  1. Schrijf het getal op met de meeste decimalen.
  2. Zorg dat elke getal hetzelfde aantal decimalen heeft.
  3. Voeg nullen toe.
  4. Zet ze op volgorde

Slide 7 - Tekstslide

§4.1 Decimale getallen
Afronden:
Rond het getal af 10,627 op:
- één decimaal: 
- twee decimalen:
- gehelen:
Regels voor afronden:
  1. Kijk naar de eerst volgende decimaal.
  2. Is deze getal 5 of groter?
    Rond af naar boven.
  3. Is deze getal kleiner dan 5?
    Rond af naar beneden.

Slide 8 - Tekstslide

§4.1 Decimale getallen
Grote getallen afronden 
3 785 263
- Afronden op duizendtallen: 
- Afronden op miljoenen: 
Regels voor afronden:
  1. Kijk naar de eerst volgende getal.
  2. Is deze getal 5 of groter?
    Rond af naar boven.
  3. Is deze getal kleiner dan 5?
    Rond af naar beneden.

Slide 9 - Tekstslide

§4.4  Procenten
Wat is een procent?

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met procenten
Hoe reken ik met procenten?


Hoeveel is 5% van 25? 


Slide 11 - Tekstslide

Het berekenen van procenten
Hoe bereken je procenten?               


Hoeveel procent van de 25 
blokjes zijn wit?           


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht

1.  hoeveel is 60% van 90? 

2. hoeveel is 15% van 75?

3. Hoeveel procent is 7 van 35?

4. Hoeveel procent is 8 van 64

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • 5 Min in stilte
  •  Opdrachten: §4.1 = 2, 4, 17, 23
  • Opdrachten: §4.4 = 49, 52, 57, 60, 62, 64, 66
  • Vragen? Kijk naar boek of aantekeningen 
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Samenwerken 
  • 5 min
  • Alleen met buurman/vrouw
  •  Opdrachten: §4.1 =  2, 4, 17, 23
  • Opdrachten: §4.4 = 49, 52, 57, 60, 62, 64, 66
  • Vragen? Steek je hand op dan komen we zo langs.
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken
  •  Lastige vragen? 

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
  • Enquête 

Slide 17 - Tekstslide