Schrijfproject les 6 kort verhaal fictie

Aan het eind van deze opdracht kun je:
  • in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.
  • bij teksten onderscheid maken tussen
    fictie en non-fictie.
  • voorbeelden noemen van fictie en non-fictie
    in teksten en andere media.
  • zelf fictie schrijven.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze opdracht kun je:
  • in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.
  • bij teksten onderscheid maken tussen
    fictie en non-fictie.
  • voorbeelden noemen van fictie en non-fictie
    in teksten en andere media.
  • zelf fictie schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Non-fictie
Niet verzonnen

  • Krantenbericht
  • Studieboek
  • Documentaire
  • Reisverslag

Fictie
Verzonnen

  • Roman
  • Strip
  • Film
  • Poëzie


Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen:

Slide 3 - Tekstslide

Lees fragment 1

Slide 4 - Tekstslide

Lees fragment 2

Slide 5 - Tekstslide

  • Wat zijn de overeenkomsten
    tussen de fragmenten?
  • Wat zijn de verschillen tussen de
    fragmenten?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de verhaalvorm naar het vak waar deze het best past.
Fictie
Non-fictie
Roman
Sprookje
Stripverhaal
Weerbericht
Studieboek
Handleiding

Slide 8 - Sleepvraag

Realistisch is hetzelfde als waargebeurd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Anne Frank - vrijheid

recycling - parodie

identiteit - vorm geven van je hoofdpersoon

Slide 10 - Tekstslide

Vrijheid

Slide 11 - Woordweb

Fictie opdracht
verhaal schrijven

Slide 12 - Tekstslide