Handig rekenen met procenten korting

Rekenen
Handig rekenen met korting
niveau 2F
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
Handig rekenen met korting
niveau 2F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je kortingen handig berekent
  • Je kunt herkent handige procenten
  • Je kunt handig rekenen met kortingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van kortingen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar?
10%
100%
1%
korting
rekenen 
met 
procenten
Totaal
  1  
 10
delen
door 
100
verhoudingstabel
bedrag 
eraf 
halen

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

50%.    delen door  2
25%.    delen door  4
12,5% delen door   8
10%     delen door 10
20%     delen door   5

Dit zijn makkelijke percentages. Je kunt deze makkelijk berekenen door te delen.
Handige perentages.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


korting, betekent dat je de korting van het bedrag af haalt?
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij een korting van 20%. Kun je delen door?
A
20
B
5
C
2
D
50

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een jas kostte €50, hij wordt 10% goedkoper
De jas kost nu €40
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij een korting van 25%. Kun je delen door?
A
25
B
4

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij een korting van 12,5%. Kun je delen door?
A
12,5
B
4
C
25
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een nieuwe smartwatch kost 300 Euro. 
Ik krijg 10% korting, hoeveel euro korting is dit?
A
10
B
15
C
25
D
30

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een broek kostte €80 en wordt 12,5% 
goedkoperhij kost nu €70
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een broek kostte €40 en wordt 25% 
goedkoperhij kost nu €30
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een rugzak kost €80, draai voor de korting. Wat moet je betalen?

Slide 16 - Tekstslide

Laat leerlingen samenwerken en een verhoudingstabel maken
Een rugzak kost €160, draai voor de korting. Wat moet je betalen?

Slide 17 - Tekstslide

Laat leerlingen samenwerken en een verhoudingstabel maken
Terugkijken
  • Je kunt uitleggen hoe je kortingen handig berekent
  • Je kunt herkent handige procenten
  • Je kunt handig rekenen met kortingen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies