H4, 4.4 Grammatica: bijvoeglijk naamwoord

WELKOM
Pak een boek of tijdschrift.
Heb je je spullen voor Nederlands klaar liggen?
Is je telefoon uit en uit het zicht?
Ga lekker lezen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
Pak een boek of tijdschrift.
Heb je je spullen voor Nederlands klaar liggen?
Is je telefoon uit en uit het zicht?
Ga lekker lezen.

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen lw en zn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat zijn zelfstandig naamwoorden volgens het filmpje?
A
mensen, dieren, meubels
B
mensen, dieren, planten
C
mensen, de zon en dieren
D
mensen, dieren, dingen, natuurverschijnselen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin: "Ik vind het erg leuk om op wintersport te gaan."
A
ik
B
erg
C
leuk
D
wintersport

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het lidwoord in de zin: "De kerstvakantie duurt twee weken."
A
de
B
duurt
C
twee

Slide 6 - Quizvraag

De fietsen staan op het schoolplein.
fietsen =
A
znw
B
bnw
C
ww
D
vz

Slide 7 - Quizvraag

Marleen is haar sleutels kwijt.
Marleen =
A
bnw
B
znw
C
lw
D
ww

Slide 8 - Quizvraag

Heiko maakt van zijn afval een vliegtuigje.
znw =
A
vliegtuigje
B
Heiko
C
een
D
afval

Slide 9 - Quizvraag

Spelling bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen

Na deze les kan je bijvoeglijke naamwoorden op een goede manier spellen. 

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

meestal
eindigt het op een -e 

de blauwe trui                                   het dikke boek                      de kale kop 

Slide 13 - Tekstslide

Materiaal
Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk materiaal het is gemaakt, dan schrijf je er altijd -en achter. 

de houten stoel                     de gouden ring                               de wollen trui. 

Slide 14 - Tekstslide

modern materiaal
als het van een modern materiaal is gemaakt komt er niets achter. 
de plastic tas                    de aluminium trap         de polyester boot

Slide 15 - Tekstslide

2 BK Blok 4 Spelling
Even oefenen


Slide 16 - Tekstslide

de … (lekker) maaltijd
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
lekker
B
lekkeren
C
lekkere

Slide 17 - Quizvraag

de … (zilver) armband
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zilver
B
zilveren
C
zilvere

Slide 18 - Quizvraag

de … (zijde) das
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zijden
B
zijde
C
zijdene

Slide 19 - Quizvraag

het … (aardig) meisje
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
aardig
B
aardige
C
aardigen

Slide 20 - Quizvraag

de … (breed) straat

Slide 21 - Open vraag

het … (riet) dak

Slide 22 - Open vraag

het … (scherp) mes

Slide 23 - Open vraag

zelfstandig werken
Maken: hoofdstuk 4, paragraaf 4.4 Grammatica,
opdracht 7, 8, 10.
Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Slide 24 - Tekstslide