Paragraaf 1.6 Het landschap in Laag Nederland

2 x Drie vragen
  1. Waar zie je de stuwwallen nog terug?
  2. Uit welk materiaal bestaan die stuwwallen? 
  3. Waarom is het bij de pijl geen aaneengesloten stuwwal meer?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2 x Drie vragen
  1. Waar zie je de stuwwallen nog terug?
  2. Uit welk materiaal bestaan die stuwwallen? 
  3. Waarom is het bij de pijl geen aaneengesloten stuwwal meer?

Slide 1 - Tekstslide

Drie vragen
1. Waar komt het dekzand vandaan in de hogere delen van Nederland? 
2. Waarom is dekzand geen vruchtbare grond? 
3. Hoe maakten ze vroeger de grond vruchtbaar? 

Slide 2 - Tekstslide

Het landschap in Laag-Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het landschap in Laag-Nederland is ontstaan.
  • Je kunt vertellen welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich te beschermen tegen het water.
  • Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waddenzeen en moerassen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Uiteindelijk brak de strandwal op verschillende plekken door. Het achterliggende veengebied stroomde vol met zout water en de Waddenzee was geboren. Er ontstond een uitgebreid netwerk van kwelders en moerassen en allerlei grote en kleine eilanden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Veenpolder
Een veenpolder was vroeger een veenmoerras. De boeren maakte deze geschikt voor landbouw door het gebied te ontwateren. (sloten graven) Door de ontwatering zakte het land in. Het veen is massaal afgegraven. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Droogmakerij
Kaart droogmakerij

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Tekstslide

Ligging zeeklei-
landschap

Slide 15 - Tekstslide

Ontstaan landschap Laag-NL v.a. 10.000 jaar BP
  • Deze periode heet Holoceen
  • temperatuur steeg, zeespiegel ook.
  • klei werd afgezet achter de duinen.
  • veen ontstond in moerassen achter de duinen

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Tekstslide

Invloed van de mens (bedijking)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Invloed mensen op landschap
  • aanleggen woonheuvels of terpen (wierden)
  • terpen verbinden met dijken.
  • ontstaan polders (=gebied tussen dijken waar waterstand geregeld kan worden).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Link

Soorten polders
  • Zeepolders: stukken opgeslibt land werden bedijkt.
  • Veenpolder: veen werd gewonnen --> meer --> water uit meer gepompt --> veenpolder
  • droogmakerij: een voormalig meer wordt omdijkt en leeggepompt

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Soorten polders: zeekleipolder
Welke kenmerken zie je? Noteer!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

soorten polders: veenpolder
Welke kenmerken zie je? Noteer!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

soorten polders: droogmakerij
Welke kenmerken zie je? Noteer!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het landschap in Laag-Nederland is ontstaan.
  • Je kunt vertellen welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich te beschermen tegen het water.
  • Je kunt een landschap in Laag-Nederland herkennen.

Slide 31 - Tekstslide

Ontstaan van de kleibodem
  • Voordat er dijken waren, had de zee vrij spel.
  • Er ontstonden kleine duinen, waar de zee bij vloed soms doorheen stroomde. 
  • In de plassen achter de duin werd klei afgezet. Zie de afbeelding hiernaast maar eens. (bron: BuiteNLand 4e editie, leerjaar 2)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Veen bovenop klei
  • Klei laat maar moeilijk water door. Daardoor ontstonden plassen (kleine meertjes)
  • In die plassen groeiden planten, die stierven en op de bodem zich opstapelden.
  • Zonder zuurstof verrotten planten niet. Het pakket werd steeds dikker: Het vormde veen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video