218AK 05/12/2018

WELKOM!
AFSPRAKEN:
1. Jas uit
2. Tas van tafel
3. Eten opbergen
4. Oortjes uit
5. Telefoon weg
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM!
AFSPRAKEN:
1. Jas uit
2. Tas van tafel
3. Eten opbergen
4. Oortjes uit
5. Telefoon weg

Slide 1 - Tekstslide

AFSPRAKEN
  1. Werkboek mee (zo niet; op afwezig)
  2. Huiswerk gemaakt (zo niet; op afwezig)
  3. Telefoon weg (1x waarschuwing; daarna eruit)

Slide 2 - Tekstslide

Indeling
Vallicia - Aeisha              Tk - Jaydon              Sasja - Riyag

Marcella - Joy           Nasteeho - Jacomein      Aza - Samuel

Jesse - Kirsten             Ashley - Deeqo          Romy - Emma
Lindsay
                                     DOCENT
                                      

                                 

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. UITLEG SAMENSTELLINGEN
  2. KAHOOT
  3. WERKEN MET SAMENSTELLINGEN
  4. HUISWERKOPDRACHT
  5. VIA STARTTAAL ONLINE

Slide 4 - Tekstslide

WAT IS EEN SAMENSTELLING?
  • Een woord dat uit meerdere woorden bestaat, noem je een samenstelling.
  • Voorbeeld: hogesnelheidslijn 
    Voorbeeld: vaatwasmachine

Slide 5 - Tekstslide

WAT IS EEN KOPPELTEKEN?
  • De meeste woorden kun je aaneenschrijven. Maar als dit voor lees- of uitspraakproblemen zorgt, plaats je een koppelteken.
  • Door combinatie van 2 klinkers: 
    Voorbeeld: diploma-uitreiking (au)
    Voorbeeld: radio-omroep (oo)

Slide 6 - Tekstslide

KOPPELTEKEN
  • Koppelteken gebruik je ook bij een samenstelling met een afkorting, aparte letter of symbool
  • Voorbeeld: mbo-niveau
    Voorbeeld: V-hals
    Voorbeeld: $-teken

Slide 7 - Tekstslide

TUSSENLETTERS
  • Om de regels voor de tussenletters in samenstellingen goed toe te passen, moet je de meervoudsvormen van woorden kennen.

Slide 8 - Tekstslide

TUSSENLETTERS -en-
  • Een samenstelling krijgt een tussenletter -(e)n-
    als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud eindigt op -(e)n-
    en niet op -s
  • Voorbeeld: boekenkast (boek -> boeken)
    Voorbeeld: tomatensoep (tomaat -> tomaten)

Slide 9 - Tekstslide

TUSSENLETTER -e-
  • Wanneer het eerste gedeelte van de samenstelling zowel 
    -(e)n- als -s in het meervoud heeft, krijg je een -e- als tussenletter
  • Voorbeeld: ziektebeeld (ziekte -> ziektes, ziekten)
    Voorbeeld: groentesoep (groente -> groentes, groenten)

Slide 10 - Tekstslide

TUSSENLETTER -er-
  • Bij woorden met een meervoud -eren, schrijf je in de samenstelling -er-
  • Voorbeeld: kindervoorstelling (kinderen)
    Voorbeeld: eiersalade (eieren)

Slide 11 - Tekstslide

TUSSENLETTER -e-
  • Als het eerste gedeelte verwijst naar een persoon of zaak die uniek is.
    Voorbeeld: zonneschijn (er is maar 1 zon)
    Voorbeeld: Koninginnedag (maar 1 koningin)
  • Nauwelijks herkenbare woorden.
    Voorbeeld: beregoed, elleboog, ledemaat

Slide 12 - Tekstslide

TUSSENLETTER -s-
  • Samenstelling die bestaat uit 2 zelfstandige naamwoorden, als je de -s- hoort, schrijf je hem ook.
  • Voorbeeld: meningsverschil, tasjesdief, jongensdroom

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

AAN HET WERK
MAKEN: OPDRACHTEN 1 T/M 7 VANAF BLZ 303
De opdrachten die je samen moet doen, mag je overslaan!
KLAAR? 
Lever je boek en aftekenlijst in
Je krijgt de huiswerkopdracht, begin daar vast mee

Slide 15 - Tekstslide

HUISWERKOPDRACHT
OPDRACHT 1: VUL JE JUISTE SAMENSTELLINGEN IN
OPDRACHT 2: SCHRIJF EEN MAIL -> 5 SAMENSTELLINGEN
- CONTROLEER OP HOOFDLETTERS, PUNTEN, KOMMA'S, UITROEPTEKENS
- CONTROLEER JE TEKST OP DE JUISTE WERKWOORDSPELLING
- MAIL VOOR 12 DEC NAAR: bweerstand@rockopnh.nl

Slide 16 - Tekstslide