7.4C Bezits-s

Bezits-s
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bezits-s

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je: 
'wanneer je s of 's schrijft in een bezit vorm'.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik de bezits-s: de broek van Jack
A
Jacks broek
B
Jack's broek

Slide 4 - Quizvraag

Gebruik de bezits-s: de broodtrommel van Levi
A
Levis broodtrommel
B
Levi's broodtrommel

Slide 5 - Quizvraag

Gebruik de bezits-s: het huis van oma.
A
Omas huis
B
Oma's huis

Slide 6 - Quizvraag

Oefenen!
Gebruik bij de volgende woorden de bezits-s.

Slide 7 - Tekstslide

De telefoon van Jan

Slide 8 - Open vraag

De beker van Eva

Slide 9 - Open vraag

Het paleis van Beatrix

Slide 10 - Open vraag

De grond van Jan Brinkman

Slide 11 - Open vraag

De kamer van Evy

Slide 12 - Open vraag

De kooi van Coco

Slide 13 - Open vraag

De rugzak van Joyce

Slide 14 - Open vraag

De verjaardag van mijn oom

Slide 15 - Open vraag

Het schrift van Joy

Slide 16 - Open vraag

De taart van Elles

Slide 17 - Open vraag

De blauwe stoel van Dani

Slide 18 - Open vraag

Het meer van het Monster van Loch Ness

Slide 19 - Open vraag

Het feestje van Manu

Slide 20 - Open vraag

Vandaag leerde je
Hoe je de bezitsvorm juist kunt maken door gebruik te maken van +s, +'s of +'

Maak nu 7.4

Slide 21 - Tekstslide