Lezen (verbanden en verwijswoorden)

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verbanden
Zinnen hebben met elkaar te maken. Dat noem je een verband. Je kunt de verbanden herkennen aan signaalwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Opsommend tekstverband
Na een uitspraak of bewering worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd. 
Signaalwoorden: ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, 
niet alleen .. maar ook, ten eerste, ten tweede

Slide 3 - Tekstslide

Opsommend tekstverband

Een handig middel is de rolmaat met een display waarop je tot op de millimeter nauwkeurig ziet hoe ver je hem hebt uitgerold. Deze rolmaat kan ook onthouden. (...) Verder kan hij een eerder getal opslaan in zijn geheugen, zodat je heel gemakkelijk een oppervlakte kunt berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Opsommend tekstverband

Een handig middel is de rolmaat met een display waarop je tot op de millimeter nauwkeurig ziet hoe ver je hem hebt uitgerold. Deze rolmaat kan ook onthouden. (...) Verder kan hij een eerder getal opslaan in zijn geheugen, zodat je heel gemakkelijk een oppervlakte kunt berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstellend tekstverband
Na een uitspraak of bewering wordt meteen het tegenovergestelde beweerd. 
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds ... anderzijds, daar staat tegenover dat

Slide 6 - Tekstslide

Tegenstellend tekstverband

De Vikingen waren niet allemaal hersenloze slachters. Natuurlijk zullen sommigen genoten hebben van een rooftocht, maar de meesten verlieten - vooral in de latere perioden - hun geboorteplaats om hun gezinnen te voeden.

Slide 7 - Tekstslide

Welke signaalwoord voor het tegenstellend tekstverband zie je hier?
De Vikingen waren niet allemaal hersenloze slachters. Natuurlijk zullen sommigen genoten hebben van een rooftocht, maar de meesten verlieten - vooral in de latere perioden - hun geboorteplaats om hun gezinnen te voeden.

Slide 8 - Open vraag

uitleggend tekstverband
Een uitspraak of bewering wordt gevolgd door één of meerdere voorbeelden.
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo

Slide 9 - Tekstslide

Uitleggend tekstverband

Volwassenen slaapwandelen meestal als ze een fors slaaptekort hebben. Een goede manier om het te voorkomen is dus op tijd naar bed gaan. Er zijn waarschijnlijk ook andere oorzaken, zoals psychische stoornissen. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke signaalwoord voor het Tegenstellend tekstverband heb je gezien?
Volwassenen slaapwandelen meestal als ze een fors slaaptekort hebben. Een goede manier om het te voorkomen is dus op tijd naar bed gaan. Er zijn waarschijnlijk ook andere oorzaken, zoals psychische stoornissen.

Slide 11 - Open vraag

concluderend tekstverband
Het is dus belangrijk om het huiswerk regelmatig te controleren.

Slide 12 - Tekstslide

Welk verband zie je?
Er zijn onderzoeken gedaan, maar er is geen duidelijke oorzaak uitgekomen.
A
uitleggend
B
tegenstelling
C
opsomming
D
concluderend

Slide 13 - Quizvraag

Welk tekstverband zie je in deze zin:
Dus we kunnen ons de komende tijd beter nog even aan de 1.5m afstand houden.
A
opsommend
B
concluderend
C
redengevend
D
uitleggend

Slide 14 - Quizvraag

Welk verband zie je?
Niet alleen kinderen, maar ook volwassenen slaapwandelen.
A
uitleggend
B
tegenstelling
C
opsomming
D
concluderend

Slide 15 - Quizvraag

Welk tekstverband vind je in deze tekst:
De geologen vonden een beving in Verviers in 1692, van 6,5 op de schaal van Richter. Dus werd bij de bouw besloten dat de centrales een aardbeving van deze kracht moest kunnen overleven.
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
concluderend
D
uitleggend

Slide 16 - Quizvraag

Welk verband zie je?
Eerst plunderden de Vikingen de nederzetting, daarna staken ze die in brand.
A
tijdsvolgorde
B
tegenstellend
C
opsommend
D
concluderend

Slide 17 - Quizvraag

Welk verband zie je?
Het klinkt wel als een goede verklaring, maar is het niet.
A
uitleggend
B
tegenstellend
C
opsommend
D
tijdsvolgorde

Slide 18 - Quizvraag

Welk verband zie je?
De Vikingen bestonden uit diverse volken, zoals Denen en Zweden.
A
uitleggend
B
tegenstellend
C
opsommend
D
concluderend

Slide 19 - Quizvraag

Welk verband zie je?
Voor een voetbalwedstrijd heb je een goede condititie nodig. Daarom train ik 2x in de week.
A
redengevend
B
tegenstelling
C
opsomming
D
concluderend

Slide 20 - Quizvraag

Welk verband zie je?
De dodo is niet zo'n slim dier. Een varken daarentegen is juist erg intelligent.
A
uitleggend
B
tegenstellend
C
opsommend
D
concluderend

Slide 21 - Quizvraag

Verwijswoorden
Een woord dat verwijst naar een eerder genoemd woord of een eerder genoemde zin.

Slide 22 - Tekstslide

Verwijswoorden

Vroeger wilde ik graag vrede op aarde creëren en honger uitroeien. Nu besef ik dat de kans bestaat dat dat niet gaat lukken.

Wat gaat niet lukken?

Slide 23 - Tekstslide

Verwijswoorden

Vroeger wilde ik graag vrede op aarde creëren en honger uitroeien. Nu besef ik dat de kans bestaat dat dat niet gaat lukken.

Wat gaat niet lukken?
 vrede op aarde creëren en honger uitroeien

Slide 24 - Tekstslide

Verwijswoorden

Hoe vaak heb jij al een flesje water op school of in de supermarkt gekocht? Te vaak waarschijnlijk. Eerlijk is eerlijk: ik maak me er ook schuldig aan.

Aan wat maak ik me ook schuldig?

Slide 25 - Tekstslide

Verwijswoorden

Hoe vaak heb jij al een flesje water op school of in de supermarkt gekocht? Te vaak waarschijnlijk. Eerlijk is eerlijk: ik maak me er ook schuldig aan.

Aan wat maak ik me ook schuldig?
Te vaak flesjes water op school of in de supermarkt kopen.

Slide 26 - Tekstslide

Waarnaar verwijst "het"?
Het onderzoek naar het coronavirus is in volle gang. Het schiet alleen nog niet erg op.
A
het onderzoek
B
het coronavirus
C
het onderzoek naar het coronavirus
D
de volle gang

Slide 27 - Quizvraag

Waarnaar verwijst "hij"?
De nieuwe app Aware helpt alleenstaande ouderen om heel eenvoudig aan de familie te laten weten hoe het gaat. Hij werkt als volgt.
A
de nieuwe app
B
de nieuwe app Aware
C
alleenstaande ouderen
D
de familie

Slide 28 - Quizvraag

Waarnaar verwijst "dat"?
"Toen zagen we dat vooral schoorstenen en minder stabiele overkappingen eraan gingen. Dat zal bij een zwaardere beving ook het geval zijn.

Slide 29 - Open vraag

Wat is een verwijswoord?
(3) Geoloog Ronald van Baalen deed samen met collega's uit België en Duitsland een uitgebreide studie naar de breuklijnen in het grensgebied rond Limburg. Seismologisch onderzoek wordt in Nederland nog maar zo'n 120 jaar gedaan. Van de periode daarvóór is weinig bekend.


A
in
B
nog
C
weinig
D
daarvoor

Slide 30 - Quizvraag

In de periode waarvoor is weinig bekend? FORMULEER!!!!
(3) Geoloog Ronald van Baalen deed samen met collega's uit België en Duitsland een uitgebreide studie naar de breuklijnen in het grensgebied rond Limburg. Seismologisch onderzoek wordt in Nederland nog maar zo'n 120 jaar gedaan. Van de periode daarvóór is weinig bekend.

Slide 31 - Open vraag

Waar verwijst "daar" naar?
Op letterlijk een handvol kilometers van breuken in de aardkorst ligt het chemiepark Chemelot van DSM. Aangezien daar veel met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt, loopt het park grote risico's als het epicentrum van een aardbeving er in de buurt ligt.
A
Roermond
B
het chemiepark
C
breuken in de aardkorst
D
het chemiepark Chemelot van DSM

Slide 32 - Quizvraag