Taalvergelijking: Vertalen van Woorden

Taalvergelijking: Vertalen van Woorden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalvergelijking: Vertalen van Woorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je woorden vertalen van het Engels naar het Nederlands en andersom.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het vertalen van woorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Woordvertalingen
Vraag om de vertaling van het woord 'character' en geef de Nederlandse vertaling als keuzes.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidskenmerk
Vraag om de vertaling van 'personality trait' en geef multiple-choice opties in het Nederlands.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Best en Slecht
Vraag naar de vertalingen van 'best' en 'worst' met meerdere keuzes in het Nederlands.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterk en Zwak
Vraag om de vertalingen van 'strong' en 'weak' met opties in het Nederlands.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zacht en Ruw
Vraag naar de vertalingen van 'gentle' en 'rough' en bied keuzes in het Nederlands.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moedig en Laf
Vraag om de vertalingen van 'brave' en 'cowardly' met meerdere keuzes in het Nederlands.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vriendelijk en Onvriendelijk
Vraag naar de vertalingen van 'friendly' en 'unkind' met opties in het Nederlands.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfverzekerd en Onzeker
Vraag om de vertalingen van 'confident' en 'insecure' met meerdere keuzes in het Nederlands.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blij en Verdrietig
Vraag naar de vertalingen van 'happy' en 'sad' en geef keuzes in het Nederlands.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stil en Opgewonden
Vraag om de vertalingen van 'quiet' en 'excited' met opties in het Nederlands.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luid en Geduldig
Vraag naar de vertalingen van 'loud' en 'patient' met meerdere keuzes in het Nederlands.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongeduldig en Sociaal
Vraag om de vertalingen van 'impatient' en 'sociable' met opties in het Nederlands.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netjes en Rommelig
Vraag naar de vertalingen van 'neat' en 'messy' en geef keuzes in het Nederlands.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleefd en Eerlijk
Vraag om de vertalingen van 'polite' en 'honest' met meerdere keuzes in het Nederlands.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwsgierig en Lui
Vraag naar de vertalingen van 'curious' en 'lazy' met opties in het Nederlands.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grappig en Beschrijven
Vraag om de vertalingen van 'funny' en 'to describe' en geef keuzes in het Nederlands.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Zinconstructie
Geef een zin in het Nederlands en vraag de studenten om de Engelse vertaling te geven van een van de geleerde woorden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste geleerde woorden en hun vertalingen in het Engels en Nederlands.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.