5.4 Optellen en aftrekken

Planning 
  1. Nog een keer herhalen paragraaf 1 t/m 3 --> opdrachten 
  2. uitleg optellen en aftrekken met negatieve getallen
  3. Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen
  4. Verder werken aan weektaak



1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Planning 
  1. Nog een keer herhalen paragraaf 1 t/m 3 --> opdrachten 
  2. uitleg optellen en aftrekken met negatieve getallen
  3. Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen
  4. Verder werken aan weektaak



Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:
  •  optellen met een negatief getal.
  • positieve en negatieve getallen aftrekken
  • vermenigvuldigen met positieve en negatieve getallen
  • delen met positieve en negatieve getallen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heten getallen groter dan 0?

Slide 3 - Open vraag

Hoe heten getallen kleiner dan 0?

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemen we het getal 0?

Slide 5 - Open vraag

Groter of kleiner?
0,4 ......... 5
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 6 - Quizvraag

Groter of kleiner?
-1 .......... -5
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 7 - Quizvraag

Groter of kleiner?
-78 .......... -79
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 8 - Quizvraag

Groter of kleiner?
.......... -7,8
754
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen Sydney en de Zuidpool?
A
2
B
-2
C
-64
D
64

Slide 10 - Quizvraag

-1 - 4 = ...

Slide 11 - Open vraag

0 - 6 =

Slide 12 - Open vraag

-5 - 5 =

Slide 13 - Open vraag

optellen en aftrekken met negatieve getalen
Stap 1: neem de som over in je schrift
Stap 2: bekijk of er twee symbolen (+ of -) NAAST elkaar staan
Stap 3: maak van de twee symbolen (+ -) een symbool (-)
Stap 4: reken de som uit, maak gebruik van een getallenlijn als jij dat fijn vindt


+

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

6+-3 = ?

Slide 16 - Open vraag

7--3

Slide 17 - Open vraag

21-+9

Slide 18 - Open vraag

Doelen van deze les

Ik kan keersommen met positieve en negatieve getallen berekenen. 

Ik kan deelsommen met positieve en negatieve getallen berekenen. 













Slide 19 - Tekstslide

Keersommen (KGT boek blz. 206 t/m 208)

positief x positief = positief
positief x negatief = negatief
negatief x positief = negatief
negatief x negatief = positief
4 x 7    = 28
4 x -7  = -28
-4 x 7  = -28
-4 x -7 = 28

Slide 20 - Tekstslide

-2 x 5 =
A
10
B
-10
C
-7
D
7

Slide 21 - Quizvraag

-11 x 2 =
A
13
B
-13
C
22
D
-22

Slide 22 - Quizvraag

-4 x -9 =
A
13
B
-13
C
36
D
-36

Slide 23 - Quizvraag

Deelsommen (KGT boek blz. 209)
positief : positief = positief
positief : negatief = negatief
negatief : positief = negatief
negatief : negatief = positief
28 : 7    = 4
28 : -7  = -4
-28 : 7  = -4
-28 : -7 = 4

Slide 24 - Tekstslide

-15 : 5 =
A
3
B
-3
C
10
D
-10

Slide 25 - Quizvraag

55 : -5 =
A
10
B
-10
C
11
D
-11

Slide 26 - Quizvraag