quiz SOA's
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat zie je hier en welke diagnose kan gesteld worden i.c.m. 2 andere Amselcriteria?
Slide 7 - Open vraag
Noem zoveel mogelijk SOA's
Slide 8 - Woordweb
De transmissieoverdracht van Chlamydia is:
A
35%
B
45%
C
55%
D
65%
Slide 9 - Quizvraag
De incubatietijd van iemand die voor het eerst Scabiës heeft is 2-6 weken
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
4. Bij Genitale wratten door HPV6 of 11 moet er aan partnerwaarschuwing worden gedaan.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
5. Oogontsteking en luchtweginfecties zijn gevolgen voor de noenaat bij de volgende SOA:
A
Gonorroe
B
Trichomonas
C
Chlamydia
D
Pediculosis pubis
Slide 12 - Quizvraag
Stelling I: chlamydia zorgt voor een kans op verminderde vruchtbaarheid
Stelling II: genitale wratten zorgt voor een kans op verminderde vruchtbaarheid
Stelling III: chlamydia én gonorroe zorgen voor een kans op verminderde vruchtbaarheid
Stelling II: genitale wratten zorgt voor een kans op verminderde vruchtbaarheid
Stelling III: chlamydia én gonorroe zorgen voor een kans op verminderde vruchtbaarheid
A
Stelling I
B
Stelling II
C
Stelling III
Slide 13 - Quizvraag
Chlamydia wordt makkelijker overgedragen dan Gonorroe
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
8 . Hoe veel procent van de mensen wordt minstens 1x besmet met het humaan papillomavirus (mannen en vrouwen)?
A
80-90%
B
30-40%
C
50-60%
Slide 15 - Quizvraag
9 . Van het Herpes Simplex Virus kan je genezen, maar dit hoeft niet altijd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
10 . Welke aandoeningen geven een verhoogde kans op vroeggeboorte?
A
Bacteriële vaginose, chlamydia en candida
B
Humaan papillomavirus, trichomonas, gonorroe en chlamydia
C
Bacteriële vaginose, chlamydia, trichomonas en gonorroe
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de eerste keus van behandeling bij zwangere vrouwen met bacteriële vaginose?
A
Metronidazol 300 mg 2dd
B
Metronidazol 500 mg 1 dd
C
Clindamycine 600 mg 2dd
Slide 18 - Quizvraag
Het herpes Simplex Virus is de enige SOA die hersenvliesontsteking kan veroorzaken bij de neonaat
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Bacterie
Schimmel
Parasiet
Virus
Chlamydia
Gonorroe
Bacteriële vaginose
Trichomonas
Candida
Herpes Simplex Virus
Humaan Papillomavirus
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Welke parasiet hoort bij welke SOA?
A
afbeelding 1 scabiës, afbeelding 2 pediculosis pubis
B
Afbeelding 1, pediculosis pubis, afbeelding 2 scabiës
Slide 23 - Quizvraag
Bij welke aandoening hoort een ‘aardbeien cervix’?
A
Gonorroe
B
Chlamydia
C
Trichomonas
Slide 24 - Quizvraag
Wat wordt er bedoelt met het horizontaal en verticaal overbrengen van een SOA?
A
Horizontaal = van moeder op kind, verticaal = via seksueel contact
B
Horizontaal = via (niet intiem) lichamelijk contact, verticaal = via seksueel contact
C
Horizontaal = via seksueel contact, verticaal = van moeder op kind
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de ‘gouden standaard’ om Herpes Genitalis vast te stellen?
A
urineonderzoek
B
PCR
C
Met het blote oog zichtbaar
Slide 26 - Quizvraag
Ik heb vies ruikende, schuimende afscheiding en roodheid bij mijn labia. Welke aandoening heb ik?
A
Trichomonas
B
Bacteriële vaginose
C
Chlamydia
Slide 27 - Quizvraag
Bij chlamydia verloopt 90% van de tijd het ziektebeeld asymptomatisch
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Conjuctivitis is de medische term voor hersenvliesontsteking
A
juist
B
onjuist
