Les 6 Onderzoek doen & organismen indelen

Onderzoek doen & organismen indelen 1VB donderdag 11 januari uur 6
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Onderzoek doen & organismen indelen 1VB donderdag 11 januari uur 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Vorige les Bacteriën
Aan het einde van deze les kan je...
.Basisstof 6:
  • Je kunt de stappen van een onderzoek beschrijven.
  • Je kunt (met hulp) een conclusie trekken doe antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
Basisstof 7: 
  • Je kunt een zoekkaart gebruiken.

uitleg 15 min
zelf aan de slag 25 min
test jezelf  3.3 en 3.4 15 min

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 stappen:
  1. Onderzoeksvraag: Wat ga je onderzoeken?
  2. Hypothese: Wat denk je?
  3. Werkplan: Wat heb je nodig? Wat ga je doen?
  4. Uitvoering: Wat moet je doen?
  5. Resultaten: Wat neem je waar?
  6. Conclusie: Welke conclusie kun je trekken?

Slide 3 - Tekstslide

1 Onderzoeksvraag. Wanneer je weet wat je wilt onderzoeken, bedenk je eerst een vraag waar je antwoord op wilt vinden.
2 Hypothese. Soms kun je alvast bedenken wat het antwoord kan zijn. Je geeft dan een hypothese: een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag.
3 Werkplan. In een werkplan staat hoe je het onderzoek wilt uitvoeren. Bij het werkplan hoort ook een lijstje met de benodigdheden voor je onderzoek.
4 Uitvoering. Nadat je een werkplan hebt gemaakt en de benodigdheden hebt verzameld, voer je het onderzoek uit. Hierbij houd je je zo goed mogelijk aan het werkplan.
5 Resultaten. Terwijl je het onderzoek uitvoert, schrijf je op wat je waarneemt en verzamel je gegevens. Deze waarnemingen en gegevens zijn je resultaten.
6 Conclusie. Aan de hand van de resultaten kun je een conclusie uit je onderzoek trekken. De conclusie geeft antwoord op je onderzoeksvraag en laat zien of je hypothese juist was.

Uitvoeren en conclusie
Het uitvoeren van je onderzoek doe je volgens een werkplan.
Deze volg je stap voor stap en de resultaten leg je overzichtelijk vast in bijvoorbeeld een tabel. Daarna vat je jouw resultaten kort samen.

Daarna trek je een conclusie uit je onderzoek. Met een conclusie beantwoord je de onderzoeksvraag. Ook geef je aan of jouw hypothese wel of niet juist was. 

Slide 4 - Tekstslide

Om een conclusie te trekken, kijk je alleen naar de resultaten van je onderzoek. Je mag geen informatie uit andere bronnen gebruiken. Ook mag je niet kijken naar de resultaten van anderen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Determineren
Als je een organisme nog niet kent, kun je het in een rijk of groep plaatsen door naar de kenmerken te kijken. Dat noemen we determineren

Daarvoor kan je gebruik maken van een determineertabel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte dovenetel
Determineertabel (blz. 212)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoekkaart bodemdier safari

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoekkaart/ kenmerken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekkaart vlinders

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.7 organismen indelen


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Thema 3.6 en 3.7
Wat? Basisstof 6: Lezen: blz. 167-169
                                     
            Basisstof 7: Maken: blz. 172 vragen 1-2 (knipblad mag, hoeft niet)
            
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.3 en 2.4
               



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies