Veiligheid in het technieklokaal sept. '22

Techniek 


Veiligheid in het technieklokaal

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Techniek 


Veiligheid in het technieklokaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over
Veiligheid in het techniek lokaal

Slide 2 - Woordweb

Inhoudsopgaven: 

Algemene inleiding                             
Doelstellingen                                     

1.1 Noodstopvoorziening                     
1.2 Tassen                                          
1.3 Krukken onder de werkbank         
1.4 Niet rennen/ stoeien                      
1.5 Oogbescherming
1.5 Bescherming elektrische machines   
1.6 Gebruik elektrische machines      
1.7 Veiligheid op de machines           
1.8 Bankschroef / klem                      
1.9 Stof en rook afzuiging in het lokaal                     
1.10 Stroomvoorziening                     
1.11 Noodmiddelen                           
1.12 Opgeruimd lokaal                                                                                   

Slide 3 - Tekstslide

Algemene inleiding
In deze les gaan we leren hoe je veilig kan werken in het technieklokaal. En waarop je moet letten, op de veiligheid van andere gebruikers in het technieklokaal.
Tijdens deze lessen werken we ook aan de competentie.
1 Instructies en procedures opvolgen   2 materialen en middelen inzetten







Doelstellingen
• Op een veilige manier werken in het technieklokaal
• Op welke veiligheidspunten je moet letten
• Wat je moet doen als er een ongelukje gebeurt 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een competentie?
A
Of je ergens heel goed in bent
B
Zegt iets over jou ontwikkeling
C
Ergens waar je heel slecht in bent
D
Wat je erg leuk vind om te doen

Slide 5 - Quizvraag

1.1 Noodstopvoorziening
In het technieklokaal is er een zogenaamde ‘noodstopvoorziening’ aangebracht. Met deze noodstop kan de docent of een leerling in geval van paniek of een ongeluk snel op de rode knop drukken. 
 
Met één druk op de rode knop wordt meteen de stroom uitgeschakeld van het gehele technieklokaal. 

Slide 6 - Tekstslide

Stel dat een leerling met losse haren verstrikt raakt in een kolomboormachine! Zelf kan hij/zij niet de stroom uitzetten. 
 
De noodstoppen zijn verspreid door het lokaal aangebracht.  
Zo is het mogelijk om toch je medeleerling te redden vanaf de andere kant van het lokaal. Als je er nog helemaal heen moet lopen is het vaak al te laat! 
 
Tegenover de wasbakken hangt een witte schakelkast. Als de noodknop is ingedrukt dan gaat in deze kast een schakelaar om, stroom gaat uit.  
De leraar moet de noodknop weer resetten. 
De noodstopvoorziening mag nooit voor de lol worden ingedrukt!! Dit kan namelijk ook gevaarlijke situaties veroorzaken.  



Denk maar aan leerlingen die net aan het boren of zagen zijn. Een leerling zal schrikken en niet weten wat er aan de hand is. 

 “Gebruik de noodstop alleen in noodgevallen!” 

 Misbruik van de noodstop wordt gestraft!!!! 
 Alleen de docent mag de stroom weer inschakelen! 

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je op de noodstop drukt?

Slide 8 - Open vraag

Waarom mag je niet voor de ‘gein’ op de noodstop drukken?
A
Dan gaan de machines stuk
B
Daar word de leraar moe van
C
Dan gaat het licht ook uit in het lokaal
D
Dan kan een leerling schrikken

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zijn de noodstoppen verspreid over het gehele technieklokaal?

Slide 10 - Open vraag

Wie kan de stroom weer resetten?
A
Iedereen, door de knop weer uit te trekken
B
Alleen de docent kan dat
C
Moet de conciërge doen
D
Iedereen, in de meterkast

Slide 11 - Quizvraag

1.2 Tassen

Om de veiligheid in het technieklokaal te vergroten moet je voor de les je tas in het kluisje leggen.  Jassen hang je op de kapstok.
 
Je tas heb je tijdens techniek niet nodig, je werkt namelijk met je handen. Om ervoor te zorgen dat we niet struikelen over al die tassen bergen we ze op. Struikelen in een technieklokaal is levensgevaarlijk! Stel je voor dat iemand met een elektrische machine bezig is en je stoot hem of haar per ongeluk aan.  
Hij/zij kan zich in de vingers zagen of boren! 
 
Je neemt alleen je etui mee het lokaal in. Mocht je je laptop nodig hebben kun je die altijd even pakken.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom moet je tas in het kluisje leggen en niet mee het lokaal in nemen?

Slide 13 - Open vraag

1.3 Krukken onder de werkbank 


Tijdens de les zetten we alle krukken onder de werkbank. Op deze wijze voorkomen we ook ongelukken. 
 
Bovendien oogt het netter en kunnen we gemakkelijker rondlopen. De docent heeft ook meer overzicht. 

Slide 14 - Tekstslide

De krukken moeten tijdens de les onder de werkbanken gezet worden, waarom is dat?
A
dit hoeft niet
B
lokaal is veiliger, overzichtelijker en netter.

Slide 15 - Quizvraag

1.4 Niet rennen en stoeien



In het technieklokaal bevinden zich veel voorwerpen. Deze zijn meestal erg hard of scherp. 
 
Als je je gewoon rustig door het technieklokaal beweegt, loop je het minste risico om je te stoten of te snijden aan voorwerpen. 

Slide 16 - Tekstslide

Waarom mag je tijdens een techniekles niet achter iemand aan rennen?

Slide 17 - Open vraag

1.5 Oogbescherming

Je hebt maar één paar ogen en maar één paar oren. Hier moet je je hele leven mee doen! 
‘Verspanende’ bewerkingen zijn gevaarlijk voor je ogen. Verspanen betekent dat je met behulp van gereedschap materiaal als hout of ijzer verkleint of van vorm verandert. 
 
Hierbij komen allerlei kleine deeltjes vrij, bijvoorbeeld splinters. Deze splinters zijn erg scherp en mogen absoluut niet in je ogen terechtkomen. 
Een ijzeren splinter is moeilijk uit je oog te verwijderen en je kunt een beschadiging aan je oog oplopen. 

Slide 18 - Tekstslide

1.5 Bescherming elektrische machines
Als je aan een machine staat te werken doe je dat veilig en geconcentreerd. Wanneer je even voorover buigt om naar iets te kijken kan het zijn dat je langere haren voor je gezicht vallen. Deze kunnen dan in een ronddraaiende machine verstrikt raken. Zorg dus altijd dat je haren naar achteren zitten. Doe ze in een staart of zet ze vast met een klemmetje. 
Er kan altijd iets gebeuren. Voor de veiligheid doen we daarom ook onze sieraden af.


Slide 19 - Tekstslide

Wat doe jij voor je veiligheid op tijdens het boren?
A
veiligheidsbil
B
gehoorbescherming
C
beschermkap
D
Haren vast

Slide 20 - Quizvraag

1.6 Gebruik elektrische machines
Elektrische machines zijn gemaakt om door één persoon te bedienen. Durf je het nog niet goed alleen? 
 
“Laat geen leerlingen helpen maar vraag de docent!” 

Alle elektrische machines staan op een rij tegen de muur zodat je er veilig mee kan werken. Het is tijdens een techniekles verboden om met meerdere leerlingen bij 1 apparaat te staan.  Alleen zo voorkom je dat je per ongeluk een leerlingen aanduwt of aanstoot.  
Bovendien heeft de docent een veel beter overzicht of alles goed gaat. 
 

Slide 21 - Tekstslide

Mag je samen met een leerling een gaatje boren? Waarom niet?

Slide 22 - Open vraag

1.7 Veiligheid op de machines
Om de veiligheid voor de gebruikers van de machines nog meer te vergroten, hebben ze op de machines ook een extra noodknop gemaakt. Mocht je per ongeluk je werkje loslaten bij bijvoorbeeld het boren kan je op de rode knop voorop duwen en de boor gaat snel uit.  

Maar stel je eens voor dat tijdens het boren de stroom uitvalt (stroomstoring) en je niet meer weet of de machine wel of niet aanstond. Om te voorkomen dat de boor weer gaat draaien als de stroomstoring is verhopen zit hiervoor ook een veiligheid voor ingebouwd. Je moet dan eerst op de rode 0 knop drukken en vervolgens op de groene knop. 

Slide 23 - Tekstslide

1.8 Bankschroef / klem
We hebben twee soorten bankschroeven, metalen en een boorklem. Deze zijn er alleen voor om lesmateriaal goed en veilig in te klemmen, dus geen ander spullen zoals een pen. 

Slide 24 - Tekstslide

Waarom staan alle machines op een op een rij tegen de muur?

Slide 25 - Open vraag

Wat kan de docent beter zien als iedereen, die niet met een machine bezig is, op zijn eigen werkplek zit.
A
dan is niet iedereen aan het werk
B
dat iedereen aan het werk is
C
meer kans op ongelukken
D
hij heeft meer overzicht wie wat doet.

Slide 26 - Quizvraag

Waarvoor dient de noodstop op de kolomboormachine? (2 antwoorden zijn goed)
A
als er een ongelukje gebeurt kan je snel de boor uitzetten.
B
als de boormachine vastloopt, dat je na gebruik deze als nog los kan maken
C
om het licht mee uit te zetten op de boormachine
D
voor als er een stroomstoring komt.

Slide 27 - Quizvraag

1.9 Stof en rook afzuiging in het lokaal
Stofdeeltjes zijn slecht voor de mens. Kleine stofdeeltjes adem je ongemerkt in en komen in je longen terecht. Dit kan schade aanrichten aan je gezondheid.  
Om dit te voorkomen is er een afzuiging aangelegd bij verschillende apparaten en bij de soldeertafels. Zodra je bij een apparaat gaat werken of gaat solderen zetten we deze afzuiging aan. .  
 
Om ervoor te zorgen dat er frisse lucht binnenkomt zet de docent vaak één of meerdere ramen open. Misschien is het dan wel eens een beetje koud in het lokaal. Maar het is in ieder geval wel gezond en fris! 

Slide 28 - Tekstslide



De schuurmachines en figuurzaagmachines zitten op een stofzuiger aangesloten. Je moet dus eerst de stofzuiger aanzetten voordat je 1 van deze apparaten mag gaan gebruiken. Als je klaar bent vergeet dan niet de stofzuiger ook uit te zetten. 
Bij de soldeertafel en lascabines zit nog een extra afzuiging om de rookgassen af te zuigen. Zodat het lokaal niet blauw komt te staan van de rook en je ademt deze dan ook niet in.  

Slide 29 - Tekstslide

Hoe wordt het stof afgezogen uit het lokaal (noem er 3)?

Slide 30 - Open vraag

Waarom zet de docent wel eens een raampje open?
A
om stof naar buiten te laten gaan
B
voor frisse lucht
C
zodat het werkgeluid naar buiten kan
D
anders komt er te veel koolmonoxide

Slide 31 - Quizvraag

1.10 Stroomvoorziening
 
Over de grond van het lokaal mag geen stoomkabel liggen want hierover kan je struikelen. Daarom is boven de werkbank een vast stroompunt gemaakt. Deze kan je laten zakken als je stroom wilt aansluiten. 

Slide 32 - Tekstslide

1.11 Noodmiddelen
Mocht er toch ondanks alle veiligheids voorzorgsmaatregelen een ongelukje gebeuren zijn daarvoor ook een paar voorzieningen geregeld. Voor de kleine snijwondjes hangt er een verbandtrommel in het lokaal. Voor kleine brandjes hangt daarvoor een brandblusser en een brand deken in het lokaal. 
Jij mag deze middelen niet zomaar gebruiken, dit moet de techniekleraar doen. 

Slide 33 - Tekstslide

Waarom mag jij niet met de brandblusser werken als er brand is in het lokaal en waarom moet de docent dit doen?

Slide 34 - Open vraag

1.12 Opgeruimd magazijn
Om te voorkomen dat gereedschap kwijt of beschadigd raken moet alles goed opgeruimd worden. 
Voor de gereedschappen die we gebruiken zijn vaste plekken waar alles veilig en overzichtelijk bewaard kan worden.  


Slide 35 - Tekstslide

Waarom is een opgeruimd lokaal belangrijk (noem er 3)?

Slide 36 - Open vraag

Om te voorkomen dat het werkstukje wat jij maakt zoekraakt, worden deze in het magazijn bewaard. Iedere klas / groep heeft zijn eigen plank. Zorg altijd er voor dat op al je onderdelen je naam staat!


Slide 37 - Tekstslide