6.1: Licht en schaduw

Planning
1: Wie ben ik?

2: Introductie H6

3: Uitleg 6.1

4: Oefenen!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
1: Wie ben ik?

2: Introductie H6

3: Uitleg 6.1

4: Oefenen!

Slide 1 - Tekstslide

H6: Licht
Wat wil je leren?

Slide 2 - Tekstslide

6.1: Licht en schaduw
bladzijde 56 van werkboek B

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  1. Uitleg 6.1 (10 min)
  2. Nakijken H4
  3. PO Elektriciteit afmaken (max. 20 min)
  4. Maken opdracht 1 t/m 10 van H6.1
  5. Oefentoets H4 moet met een voldoende worden afgerond (bericht naar huis)

Slide 4 - Tekstslide

Lichtbronnen
Een lichtbron is een voorwerp dat licht geeft. 


Natuurlijke lichtbronnen                          Kunstmatige lichtbronnen  

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lichtstralen
De zon straat lichtstralen uit. Die kunnen we tekenen, dit is handig als we bijvoorbeeld willen tekenen waar je schaduw kan zien. 

Als die lichtstralen in je oog vallen dan zie je 
dus de zon!

Slide 8 - Tekstslide

Voorwerpen zien
Hoe kan het dan dat wij elkaar kunnen zien, als we zelf geen licht geven?

Slide 9 - Tekstslide

Voorwerpen zien
Voorwerpen kunnen licht weerkaatsen. Als er zonlicht op een boom valt, dan weerkaatst de boom licht in alle kanten. Dit noemen we: diffuse terugkaatsing.

Als dat teruggekaatste licht in je oog valt,
dan kan je de boom zien.

Slide 10 - Tekstslide

Direct of indirect?
Als een voorwerp zelf licht geeft dan noemen we dit een directe lichtbron, weerkaatst deze alleen licht? Dan is het een indirecte lichtbron.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is schaduw
De meeste voorwerpen weerkaatsen licht, dat betekend dat ze geen (of weinig) licht doorlaten. Als een voorwerp geen licht door laat, bijvoorbeeld een mens, dan krijg je een schaduw!

Slide 12 - Tekstslide

Schaduw tekenen
Als we een schaduw van een voorwerp willen tekenen dan hebben we 2 stralen nodig: de randstralen
Vervolgens kleur je de schaduwplek in met een potlood.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kern- en halfschaduw
Als je 2 lampen hebt dan teken je dus 4 randstralen: 2 per lamp!

Dat betekend ook dat je 2 soorten
schaduw krijgt: kernschaduw en
halfschaduw. Kernschaduw is de 
schaduw die je van 2 lampen hebt.
Halfschaduw is minder donker en dit 
is de schaduw van 1 lamp.

Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
  1. Nakijken H4
  2. Opdrachten van 6.1 maken in je schrift.
  3. Dus 1 tot en met 10, start op bladzijde 60 van boek B.

Slide 16 - Tekstslide