herhaling caput 2

herhaling caput 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

herhaling caput 2

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitspraak is NIET juist?
A
De praesensstam wordt gebruikt voor de actieve onvoltooide tijden.
B
De praesensstam wordt gebruikt voor de passieve onvoltooide tijden.
C
De perfectumstam wordt gebruikt voor de actieve voltooide tijden.
D
De perfectumstam wordt gebruikt voor de passieve voltooide tijden.

Slide 2 - Quizvraag

In welke tijd bestaat het participium in het Latijn NIET?
A
praesens
B
imperfectum
C
futurum
D
perfectum

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm hoort niet thuis in de rij?
A
mones
B
teges
C
audies
D
capies

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm hoort niet thuis in de rij?
A
amatam
B
tegam
C
audiam
D
capiam

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm hoort niet thuis in de rij?
A
rapi
B
veni
C
capi
D
iaci

Slide 6 - Quizvraag

amaverint =
A
act. ind. perf.
B
act. ind. plqpf.
C
act. ind. fut.e.
D
geen van deze

Slide 7 - Quizvraag

capieris =
A
pass. ind. praes.
B
pass. ind. fut.s.
C
act. ind. fut.e.
D
geen van deze

Slide 8 - Quizvraag

act. ind. plqpf. 3 mv van esse = ?
A
erant
B
fuerant
C
fuerunt
D
fuerint

Slide 9 - Quizvraag

Welke wijs en tijd is tentum?
A
part. praes.
B
ind. praes.
C
part. perf.
D
ind. perf.

Slide 10 - Quizvraag

Geef van amare:
pass. ind. imperf. 1 mv.

Slide 11 - Open vraag

Geef van monere:
act. ind. fut. s. 2 enk.

Slide 12 - Open vraag

Geef van tegere:
act. ind. perf. 3 mv.

Slide 13 - Open vraag

Geef van audire:
act. ind. plqpf. 1 enk.

Slide 14 - Open vraag

Geef van capere:
pass. ind. praes. 2 enk.

Slide 15 - Open vraag

Welke stelling is niet juist?
A
Bij de Romeinen werd het huwelijk gewoonlijk geregeld door de ouders.
B
De wettelijke huwelijksleeftijd lag voor jongens op 14 jaar en voor meisjes op 12 jaar.
C
Aanvankelijk was het Romeinse huwelijk enkel weggelegd voor de hoogste klasse.
D
Op haar trouwdag trok de bruid haar witte trouwkledij aan.

Slide 16 - Quizvraag

Wat wordt hier afgebeeld?
A
dextrarum iunctio
B
concordia
C
matrona
D
Ubi tu Gaius, ibi ego Gaia.

Slide 17 - Quizvraag

Welke auteur uit de tijd van keizer Augustus verzon brieven die Hero en Leander naar elkaar zouden hebben geschreven?

Slide 18 - Open vraag

Welke auteur uit de 5de eeuw n.C. schreef een klein epos in het Grieks over Hero en Leander?

Slide 19 - Open vraag

'iamque fatigatis paulatim bracchiis'
Wat is de juiste vertaling van deze losse ablatief
bij een verleden hoofdwerkwoord?
A
en nadat zijn armen al geleidelijk vermoeid zijn
B
en nadat zijn armen al geleidelijk vermoeid waren
C
en terwijl zijn armen al geleidelijk moe worden
D
en terwijl zijn armen al geleidelijk moe werden

Slide 20 - Quizvraag

'Hero de die virgo, de nocte nupta erat.'
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
asyndeton
B
alliteratie
C
hyperbaton
D
chiasme

Slide 21 - Quizvraag

'Non timeo graves undas, non ventos contrarios.'
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
asyndeton
B
alliteratie
C
hyperbaton
D
chiasme

Slide 22 - Quizvraag

In welk hedendaags land leefden Hero en Leander?

Slide 23 - Open vraag