3.3 een nieuw geloof: de islam

De Middeleeuwen
Tijdvak 3 Tijd  van monniken en ridders
500-1000

3.3 Een nieuw geloof: de islam
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Tijdvak 3 Tijd  van monniken en ridders
500-1000

3.3 Een nieuw geloof: de islam

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten, vul in:
9. Het ......  en de ......  van de .......
10. De ...................  in West-Europa van de ...............  door een ............, georganiseerd via .......  en ......... .
11. Het ontstaan van ..................  in het ......... .
12. De .................  in geheel Europa.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 5 - Tekstslide

3.3 Een nieuw geloof: de islam
3.3 Een nieuw geloof: de islam.  Leerdoelen:
1. Je weet waar en wanneer de islam is ontstaan en kunt de belangrijkste overeenkomsten tussen de islam, het jodendom en het christendom aangeven.
2. Je kunt de verspreiding van de islam beschrijven en je kent de belangrijkste factoren die daar aan bijdroegen.
3. Je kunt de snelheid van de Arabische veroveringen verklaren en de oorzaken noemen waardoor ze tot stilstand kwamen.
4. Je kunt de ontwikkeling van de cultuur en wetenschap in Arabische gebieden beschrijven en verklaren.
KA
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

3.3 Een nieuw geloof: de islam
Mohammed, een koopman uit Mekka raakte ervan overtuigd dat er maar één god was en niet meerdere. Hij zag zichzelf als een profeet van Allah.
Hij verspreidde de openbaringen die hij van Allah had gehad.
622 Mohammed ontvlucht Mekka, omdat de machthebbers niet blij waren met wat hij verkondigde. Ze vreesden voor hun inkomsten als  pelgrims die naar altijd naar de Kaäba kwamen, weg zouden blijven. 
Na een paar jaar keert Mohammed terug met een leger volgelingen en verovert Mekka en maakt van de Kaäba een heiligdom voor Allah. Mohammed sterft in 632.

Slide 8 - Tekstslide

3.3 Een nieuw geloof: de islam
De verspreiding van de islam
De verspreiding van de islam is een heilige oorlog: Jihad. Je dient te strijden voor god, op te vatten als dat je nieuwe gebieden moet veroveren. 

Doordat Arabische stammen elkaar onderling aanvielen gingen de veroveringen eerst niet snel, maar eenmaal verenigd onder de islam veroverden zij grote gebieden in Noord-Afrika en richting het Midden-Oosten.
De moslims trokken bij Gibraltar ook Europa in, maar werden in 732 bij Poitiers tot stilstand gebracht door Karel Martel. (opa van Karel de Grote)
Ook het Byzantijnse Rijk hield de opmars van de islam tegen bij Constantinopel. 

In de 9e eeuw maakten gouverneurs van sommige gebieden zich los van het centrale gezag: geen bestuurlijke eenheid meer. 



Slide 9 - Tekstslide

Tijdlijn

Slide 10 - Tekstslide

Islam

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Verspreiding islam rond 800

Slide 15 - Tekstslide

verspreiding christendom en islam

Slide 16 - Tekstslide

3.3 Een nieuw geloof: de islam
Polytheïstisch volken moesten zich bekeren tot de islam. Joden en christenen hoefden dat niet zolang zij gehoorzaamden aan de islamitische heersers. Er waren veel overeenkomsten tussen deze drie religies.

Joden en christenen betaalden extra belastingen en waren tweederangs burgers. Het had dus voordelen je te bekeren.
De islam verspreidde zich niet alleen door veroveringen, ook  handelscontacten droegen bij aan de bekering van veel volken tot de islam.

De bekering van niet-Arabische volken.

Slide 17 - Tekstslide

3.3 Een nieuw geloof: de islam
  • “Volken van het boek”
  • geloven in dezelfde god
  • deze god had zijn plannen geopenbaard aan profeten
  • de openbaringen waren opgeschreven in een heilig boek

Overeenkomsten jodendom, christendom en islam

Slide 18 - Tekstslide

3.3 Een nieuw geloof: de islam
De meeste onderworpen volken namen de taal van de Arabieren over.

De Arabieren namen ook onderdelen van de overwonnen volken over:
ze vertaalden boeken van de Grieken, Perzen en Indische filosofen.
Veel kennis uit de oudheid bleef zo bewaard.
De islamitische wereld bouwde voort op deze kennis en kwam zo op gebied van wetenschap ver voor te liggen op Europa.


Bloei van cultuur en wetenschap.

Slide 19 - Tekstslide

Islam tot in Europa
  • Karel Martel stopte de opmars van de Arabieren bij de slag bij Poitiers / Tours in 732
  • Grote delen van Spanje en Portugal bleven nog wel in handen van de Arabieren: 
  • Emiraat van Cordoba 756-929 (emir=adellijke of vorstelijke titel)
  • Kalifaat van Cordoba 929-1031 (kalief=Arabisch heerser, islamitische vorst)
Hoogtepunten islamitische wetenschap:  Filosofie, wiskunde, astrologie, anatomie en geneeskunde, alfabet. 

Slide 20 - Tekstslide

Slag bij Poitiers (732 na Chr.)
- kijk het filmpje.
- Deze slag wordt gezien als keerpunt voor de opkomst van de Islam binnen Europa.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Omgang met andere geloven
In de achtste eeuw zou er een overeenkomst op schrift zijn gesteld tussen christenen en moslims in de door moslims beheerste gebieden:
Wij christenen:
  • Wij zullen onze godsdienst niet openlijk beoefenen noch iemand ertoe bekeren.
  • Wij zullen niemand van onze familie verhinderen tot de islam over te gaan als hij dat wenst.
  • Wij zullen moslims respect tonen en van onze zitplaats opstaan als zij wensen te zitten.
  • Wij zullen niet spreken wanneer zij spreken, noch zullen wij hun eervolle namen dragen.
  • Wij zullen in onze kerken alleen heel zachtjes klappen.
  • Wij zullen onze doden niet dicht bij de moslims begraven.
  • Wij zullen geen slaven nemen die aan de moslims zijn toegewezen.
  • Wij zullen onze huizen niet hoger maken dan die van de moslims.

Slide 23 - Tekstslide

Examenvraag
Volgens de islam hoort iedere gelovige het heilige boek, de Koran, in het Arabisch te lezen.
 

2p Leg uit waardoor dit bijdroeg aan een efficiënter bestuur van het islamitische rijk.

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord
Voor twee punten moet je via de plicht om de Koran in het Arabisch te lezen redeneren naar efficiënt bestuur.
DUS: omdat alle islamieten in het Arabische Rijk in staat waren om Arabisch te lezen kon de regering / het bestuur eenvoudiger wetten en regels opleggen, omdat iedereen deze kon lezen. En dus kun je dan efficiënter besturen.

Slide 25 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
noem ze nog eens!

Slide 26 - Tekstslide

  • begrippen, personen, jaartallen

  • islam
  • jihad
  • Mohammed
  • 622 Mohammed vlucht naar Medina
  • 711 Arabieren veroveren Iberisch Schiereiland
  • 732 slag bij Poitiers

Slide 27 - Tekstslide


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open vraag

3.3 Een nieuw geloof: de islam
3.3 Een nieuw geloof: de islam.  Leerdoelen:
1. Je weet waar en wanneer de islam is ontstaan en kunt de belangrijkste overeenkomsten tussen de islam, het jodendom en het christendom aangeven.
2. Je kunt de verspreiding van de islam beschrijven en je kent de belangrijkste factoren die daar aan bijdroegen.
3. Je kunt de snelheid van de Arabische veroveringen verklaren en de oorzaken noemen waardoor ze tot stilstand kwamen.
4. Je kunt de ontwikkeling van de cultuur en wetenschap in Arabische gebieden beschrijven en verklaren.
KA
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Slide 29 - Tekstslide

Wat betekent ´Hadj´ in de islam?
A
De pelgrimstocht naar Mekka
B
Het geven van aalmoezen aan de armen
C
De gemeenschap van moslims
D
Het nieuwe jaar voor de moslims

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer en hoe is de islam ontstaan?
A
In 570 door de geboorte van Mohammed in Mekka
B
In 610 door de overlevering van de Koran aan Mohammed
C
In 622 door de hedjra van Mekka naar Medina van Mohammed
D
In 632 door het overlijden van Mohammed in Mekka

Slide 31 - Quizvraag

Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabisch schiereiland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Turkije

Slide 32 - Quizvraag

De islam is ontstaan in de
A
5e eeuw
B
6e eeuw
C
7e eeuw
D
8e eeuw

Slide 33 - Quizvraag

Wat betekent islam?
A
oorlog
B
onderwerping aan de wil van Allah
C
liefde
D
rechtvaardigheid

Slide 34 - Quizvraag

Het heilige boek van de islam is de
A
Bijbel
B
Koran
C
Tenach
D
Thora

Slide 35 - Quizvraag


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
5x per dag bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 36 - Quizvraag


Wie is de belangrijkste profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Abraham
D
Er is geen profeet

Slide 37 - Quizvraag

Islamitische naam voor God
Heilig boek van de moslims
Boodschapper van God
Door Mohammed gestichte godsdienst
Profeet
Koran
Allah
Islam

Slide 38 - Sleepvraag

huiswerk!
Leerdoelen en alle opdrachten behalve 8 maken. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video