6.1 Organismen en hun omgeving

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom 

Denk om…

• 
  
• Zitten op je eigen plek
• Boek B (dicht) + pen op tafel. 
• Tas op de grond.

6. Ecologie en duurzaamheid

Thema over ecosystemen, voedselketen en het milieu

Leerdoel

• Je kunt een voedselweb en voedselketen maken
• Je kunt uitleggen dat organismen en hun omgeving elkaar beïnvloeden. 

Begrippen uit de paragraaf

ecologie

voedselrelaties

voedselketen

voedselweb

planteneters, alleseters, vleeseters

Wat heb je gezien?

Wat heb je gezien?

Ecologie

Milieu --> omgeving en organismen samen

Wat is ook alweer een organisme?

Milieu

• Het milieu (leefomgeving) bepaald de leefomgeving van een organismen 
•  Ecologie = relaties tussen organismen en hun milieu 
• Biotische factor = levend invloed op de leefomgeving 
• Abiotische factor = levenloze invloed op de leefomgeving
• Abiotische EN biotische factoren hebben invloed op de leefomgeving van een organisme. 

• Individu = 1 organisme
• Populatie = individuen van dezelfde soort in hetzelfde gebied, die zich onderling voortplanten
• Levensgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied
• Biotoop = alle abiotische factoren in een gebied
• Ecosysteem = Gebied waar een levensgemeenschap en een biotoop een eenheid vormen
• Biosfeer = Alle ecosystemen over de hele

• Individu = 1 organisme
• Populatie = individuen van dezelfde soort in hetzelfde gebied, die zich onderling voortplanten
• Levensgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied 
• Biotoop = alle abiotische factoren in een gebied
• Ecosysteem = Gebied waar een levensgemeenschap en een biotoop een eenheid vormen 
• Biosfeer = Alle ecosystemen over de hele wereld samen

Niveaus van ecologie

Leefgebied

• Een omgeving zoals bijvoorbeeld bos.
• Hierin leven  allerlei organismen samen.
• factoren zoals regen  hebben invloed  op de organismen.

Alles heeft met elkaar te maken, dit wordt ecologie genoemd.

Relaties met elkaar

Voedselketen

• Een reeks met organismen wat voedsel is voor elkaar

• De pijl betekent:
• is voedsel voor. 

• Het begint altijd met een plant

voedselketen

                                      Voedselketen

• Voedselketen = Een rij (reeks) met diersoorten wat voedsel is voor elkaar.
• Onderaan de voedselketen is het eerste organismen dat gegeten wordt altijd een plant

Producenten, consumenten & reducenten

Voedselweb

• Hierin staan alle voedselrelaties in een ecosysteem (meerdere voedselketens)
• Een voedselketen begint altijd met een plant.

Voedselweb

• Verschillende voedselketens binnen een omgeving bij elkaar.

• Wie eet wat en door wie wordt wie gegeten. 

Soorten eters

Planteneters

Vleeseters

Alleseters

Afvaleters

Vragen?

Huiswerk

Opdracht 3 samen!

Zelf maken:

1 - 2 - 4 - 5 - 7 - 8

Sluit lesson up NIET AF

Aan het werk

Hoofdstuk 6  Ecologie en duurzaamheid

 bs 6.1 relaties

• maak opdracht 1 t/m 8
• werk op fluistertoon

Klaar?

Vul je begrippenlijst aan.

Eet alleen planten

Eet alleen dieren

Eet planten en dieren

Eet dode organisme

Alleseters

Planteneters

Afvaleters

Vleeseters