Hoofdstuk 19 (Toeslagen)

Hoofdstuk 19
Huurtoeslag
Zorgtoeslag
Kinderopvangtoeslag
&
Kindgebonden budget (Hfdst 9)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAFMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 19
Huurtoeslag
Zorgtoeslag
Kinderopvangtoeslag
&
Kindgebonden budget (Hfdst 9)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het programma?
  • Vandaag theorie over de toeslagpartner en de toeslagen ( huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag)
  • Opdrachten over hoofdstuk 19 
  • Alvast kijken naar een casus

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na deze les kun je:
  • uitleggen wat er wordt bedoeld met een toeslagpartner
  • uitleggen wie als toeslagpartner aangemerkt worden
  • uitleggen wat het doel is van de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag
  • uitleggen welke voorwaarden er worden gebruikt bij de zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag
  • extra informatie opzoeken over toeslagen op het internet
  • een simpele proefberekening maken m.b.t. toeslagen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kracht van de herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsingsinkomen
Of iemand in aanmerking komt voor een toeslag, heeft te maken met:
  • De hoogte van zijn / haar inkomen
  • met de kosten die hij / zij maakt (alleen bij huur en kinderopvang)
  • Het aantal en de leeftijd van de kinderen
  • De leefsituatie

 
Voor het inkomen wordt gekeken naar het toetsingsinkomen.

Dit is het geschatte inkomen van het jaar waarover toeslag wordt aangevraagd. Je vraag de toeslag altijd aan voor het komende jaar, en dan weet je nog niet zeker hoeveel je gaat verdienen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Zoek in je boek op welke 3 manieren je een toetsingsinkomen kunt berekenen.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag vraag je aan bij?
A
Het UWV
B
De gemeente
C
De belastingdienst
D
De SVB

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

sociale zekerheid 
sociale verzekeringen
sociale voorzieningen 
worden betaald met....
worden betaald met....
.....verzekeringen
volksverzekeringen
voorbeeld
voorbeeld 
voorbeeld 
ANW
AOW
belastinggeld
bijstand
sociale premies
WIA
WLZ
WW
werknemers

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

En, komt zij rond..?
Het lijkt precies te passen, maar…
daar komen de kosten van kinderopvang nog bij:

Het toetsingsinkomen als je een gezamenlijke huishouding voert.
Het inkomen voor een toeslag bestaat niet uit alleen je eigen inkomen.
De belastingdienst kijkt ook naar het inkomen van personen met wie je een gezamenlijke huishouding voert. Beide tezamen vormen dan het toetsingsinkomen.

Wie is een toeslagpartner?
- De echtgenoot.
- De geregistreerde partner.
- De fiscale partner.
- De meerderjarige persoon met wie je al 6 maanden een gezamenlijke huishouding voert.

Wie is geen toeslagpartner?
- Kinderen, kleinkinderen, minderjarige medebewoners, ouders en grootouders van de aanvrager.
-Gaat de echtgenoot of geregistreerde partner structureel op een ander adres wonen dan is hij / zij geen toeslagpartner meer.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep in de juiste kolom
Wel toeslagpartner
Geen toeslagpartner
Laila en Samir die een notariële samenlevingsovereenkomst hebben
Dennis die bij Daan is gaan wonen omdat hij ruzie heeft met zijn vriendin
Jack en zijn zus die samen een appartement hebben gekocht aan zee
Kim die in verwachting is van haar eerste kindje en met vriendin gaat samenwonen
André die zijn bovenverdieping verhuurt aan een vriend
Astrid die haar bejaarde moeder in huis neemt om mantelzorg te geven

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huurtoeslag
Of iemand in aanmerking komt voor een huurtoeslag, moet voldoen aan de voorwaarden:
  • Legaal verblijf in Nederland
  • Is de huurder meerderjarig (18 jaar of ouder)
  • Huurt de huurder een zelfstandige woonruimte 
  • Is de gevraagde huurprijs niet te laag of te hoog
  • Is het inkomen van de huurder niet te hoog
  • Is het vermogen niet boven de vermogensgrens

 
Medebewoner: iedere persoon die staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen op het adres van de aanvrager. Uitgezonderd de huurder, zijn toeslagpartner en een eventuele onderhuurder.
De aanvrager, zijn toeslagpartner en medebewoners moeten ingeschreven staan bij de gemeente op het adres waarop huurtoeslag wordt aangevraagd.
De woonruimte heeft een eigen toegangsdeur, een eigen toilet en een eigen keuken.
De huur mag in 2021 niet hoger zijn dan € 752,33 (in 2020: € 737,14)
Zijn alle bewoners jonger dan 23 jaar dan mag de huur niet hoger zijn dan € 442.46 (in 2020: € 432,51)
Let op!!! Rekenhuur!
De toetsingsinkomens van de huurder, de toeslagpartner en de medebewoners worden bij elkaar opgeteld. Alles bij elkaar onder inkomensgrens dan recht op huurtoeslag
De vermogensgrens wordt berekend door bezitting - schulden. De vermogensgrens geldt per persoon. Als je dus toeslagpartner of medebewonder hebt moeten die allemaal onder de vermogensgrens zitten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En, komt zij rond..?
Het lijkt precies te passen, maar…
daar komen de kosten van kinderopvang nog bij:

Iedereen is verplicht verzekerd voor het basispakket bij een zorgverzekeraar. Voor de zorgverzekering betaal je een premie (nominale premie) en via de werkgever of uitkeringsinstantie een inkomensafhankelijke premie betaald.
Voor de nominale premie kun je een toeslag krijgen. Dus alleen voor de basispremie die je rechtstreeks aan de zorgverzekeraar betaald.

Voorwaarden om zorgtoeslag te krijgen:
  • Je moet verzekerd zijn voor zorg
  • Je moet meerderjarig zijn. Een minderjarige hoeft geen premie te betalen.
  • Inkomen niet te hoog (inkomensgrens)
  • Niet te veel vermogen (vermogensgrens)


Let op! Als thuiswonende jongere vanaf 18 jaar kun je ook voor zorgtoeslag in aanmerking komen. Er wordt alleen naar je eigen inkomen gekeken en niet naar dat van je ouders.
Zorgtoeslag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En, komt zij rond..?
Het lijkt precies te passen, maar…
daar komen de kosten van kinderopvang nog bij:

Kinderopvangtoeslag is een bijdrage in de kosten die de ouders maken voor de opvang van hun kinderen. Om de toeslag betaalbaar te houden en om te zorgen dat de toeslag wordt gebruikt om te kunnen werken, is de hoogte gekoppeld aan het aantal uren van de minst werkende ouder.

Voorwaarden voor kinderopvangtoeslag:
  • Ouders en kind verblijven legaal in Nederland
  • Ouders ontvangen al kinderbijslag of pleegzorgvergoeding voor kind
  • Kind staat ingeschreven in Basisregistratie Persoongegevens op adres van ouders
  • Ouders maken gebruik van erkende instelling
  • Kind nog niet op voortgezet onderwijs
  • Ouder of toeslagpartner betaald de kosten voor opvang
  • Ouder werkt, studeert, volgt traject kanvergroting of volgt inburgeringscursus
Kinderopvangtoeslag

Slide 13 - Tekstslide

nettoloon 1552
huur 523 (34%)
zorg 130 (8%)
opvang 1144 (74%)
En, komt zij rond..?
Het lijkt precies te passen, maar…
daar komen de kosten van kinderopvang nog bij:

Alleenstaande of gescheiden ouders
  • Alleenstaande ouders hebben evenveel recht op toeslag als twee werkende ouders
  • Gescheiden ouders geldt de drie-dagen eis
  • Co-ouderschap geld de drie-dagen eis

Voor peuterspeelzaal geen toeslag mogelijk!

Hoogte van de toeslag
  • De toeslag vergoed een deel van de kosten van de opvang
  • Meer inkomen = minder toeslag
  • Toeslag afhankelijk van aantal kinderen
  • Je krijgt voor maximaal 230 uur toeslag. Ook al gaat je kind meer uur naar de opvang.
  • Er is ook een maximumprijs die vergoed wordt voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.
Kinderopvangtoeslag

Slide 14 - Tekstslide

nettoloon 1552
huur 523 (34%)
zorg 130 (8%)
opvang 1144 (74%)
Opdrachten maken
Theorieboek pagina 210
Opdracht 4 maken
Opdracht 5 maken
30 minuten, daarna gezamenlijk nakijken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Herhalen en casuïstiek

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEAVE A COMMENT
ABOUT THIS LESSON!

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Korte herhaling begrippen:
  • Sociaal minimum
  • Participatiewet - Bijstand
  • Gezamenlijke huishouding - Meerpersoonshuishouden 
  • Inkomensvrijlating
  • Vermogensvrijlating
  • krediethypotheek

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies