Les 2, persoonlijk voornaamwoord

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke naamval? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is juist?
A
nom = lijdend voorwerp; dativus = meewerkend voorwerp; acc = onderwerp
B
nom = meewerkend voorwerp; dativus = onderwerp; accusativus = lijdend voorwerp
C
nom = onderwerp; dativus = meewerkend voorwerp; accusativus = lijdend voorwerp
D
nom = onderwerp; dativus = lijdend voorwerp; acc = meewerkend voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

vertaal: eam

Slide 8 - Open vraag

Vertaal: mihi

Slide 9 - Open vraag

Nos betekent
A
wij
B
ons
C
aan ons
D
wij/ ons

Slide 10 - Quizvraag