Les 2 [online] - G-schema

Lijden en dood
Les 2 (online) 
G-schema

havo-4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lijden en dood
Les 2 (online) 
G-schema

havo-4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel en 
lesopbouw
Kennen: cognitieve gedragstherapie, G-schema
Kunnen: open vragen beantwoorden over video

  1. Cognitieve gedragstherapie
  2. G-schema
  3. Video's: G-schema toepassen
  4. Reflectie: wat weten we nu?

Slide 2 - Tekstslide

Cognitieve gedragstherapie
  • Een veelgebruikte psychologische behandeling is cognitieve gedragstherapie
  • Cognitieve gedragstherapie richt zich op de invloed van je gedachten (cognities) op je gedrag. Deze behandeling gaat ervan uit dat hoe je denkt, bepaalt hoe je je voelt. Je gevoelens hebben vervolgens weer invloed op je gedrag.
  • Zie ter illustratie ook de afbeelding hiernaast.

Slide 3 - Tekstslide

Cognitieve gedragstherapie
  • Denken gaat vaak snel en onbewust. We denken eigenlijk de hele dag door, zonder dat we deze ‘gedachten’ bewust opmerken. 
  • Toch hebben deze onbewuste gedachten een sterke invloed op ons gevoelsleven. Vaak wordt ons gevoel bepaald door herinneringen van vroeger, fantasieën, en door opvattingen over bepaalde dingen. 

Slide 4 - Tekstslide

De 5 G's
  • Cognitieve gedragstherapie is er vooral op gericht om problematische gedachten om te zetten in helpende gedachten. Tijdens cognitieve gedragstherapie wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘G-schema’, oftewel de 5 G’s:

                                    Gebeurtenis > Gedachten > Gevoelens > Gedrag > Gevolg

  • Dit G-schema wordt gebruikt om te achterhalen waar je gedrag vandaan komt. Gedrag is namelijk altijd een reactie op een bepaalde gebeurtenis, die gedachten en gevoelens bij je aanwakkerden. Je gedrag wordt dus bepaald door je gedachten en gevoelens. 
  • Cognitieve gedragstherapie richt zich op de bewustwording van je cognities en probeert te achterhalen waar ze vandaan komen. Daarna kun je ze wellicht proberen te veranderen. 

Slide 5 - Tekstslide

Cognitieve gedragstherapie
  • Wanneer je veel negatieve gedachten hebt, kun je gebeurtenissen in je leven negatief gaan interpreteren. Wanneer je bijvoorbeeld ontevreden bent met jezelf, ga je alles met die ‘ontevreden bril’ zien. 
  • Voorbeeld: Als een bekende vergeet gedag te zeggen, denk je al snel dat óók hij jou niet aardig vindt. In werkelijkheid zag diegene je niet, anders had hij zeker een praatje gemaakt. 
  • Negatieve gedachten kunnen je dagelijkse functioneren ernstig belemmeren, en houden problemen ook in stand. Je kunt je situaties gaan vermijden, boos worden, of last krijgen van angst of een depressie.

Slide 6 - Tekstslide

PO (vraag 2)
  • Je beschrijft een situatie waarin jij lijden hebt meegemaakt of veroorzaakt. Je maakt hierbij gebruik van een G-schema.
  • Het moet een situatie zijn waar nog geen oplossing voor is, want: je geeft deze beschrijving aan jouw groepsgenoot. Jouw groepsgenoot gaat met de theorie die wij tot nu toe besproken hebben jou uitvoerig voorzien van advies. Je mag hierbij ook de theorie uit de lessen over geluk gebruiken. Je schrijft kort ook het advies op bij je stukje van het G-schema. (Eerst individueel halve pagina per persoon, dan in samenwerking, totaal anderhalve pagina). 

Slide 7 - Tekstslide

G-schema

Slide 8 - Tekstslide

5

Slide 9 - Video

02:31
Wat gebeurde er bij Marc-Marie?

Slide 10 - Open vraag

02:31
Welke gedachten had hij daar bij?

Slide 11 - Open vraag

02:31
Welke gevoelens had Marc-Marie naar aanleiding van die gedachten?

Slide 12 - Open vraag

02:31
Welk gedrag volgde hieruit?

Slide 13 - Open vraag

02:31
Wat is het uiteindelijke gevolg?

Slide 14 - Open vraag

5

Slide 15 - Video

32:52
Wat gebeurde er voor deze militairen? Wat was de prijs die ze betaalden voor hun werk?

Slide 16 - Open vraag

32:52
Wat voor gedachten hadden ze over deze prijs?

Slide 17 - Open vraag

32:52
Welke gevoelens hadden ze dankzij deze gedachten?

Slide 18 - Open vraag

32:52
Wat deden ze dankzij deze gedachten en gevoelens?

Slide 19 - Open vraag

32:52
Wat was het uiteindelijke gevolg van dit alles?

Slide 20 - Open vraag

Reflectie: wat weten we nu?
We weten nu dat.. 
  • de G-schema's afkomstig zijn uit de cognitieve gedragstherapie
  • het G-schema gebruikt kan worden om bepaalde gedachten (die gevoelens veroorzaken) ten positieve te veranderen
  • je het G-schema kunt toepassen op een lastige situatie waarin je zelf zat

Slide 21 - Tekstslide