1.1 Stofeigenschappen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Je kunt beschrijven waar scheikundigen zich mee bezighouden.
  •  Je kunt een stof herkennen aan zijn stofeigenschappen.
  • Je kunt informatie over de eigenschappen en het veilig gebruik van stoffen opzoeken op een chemiekaart.
  • Je kunt de betekenis van de gevarensymbolen benoemen voor corrosief, schadelijk, explosief, ontvlambaar en giftig.
  • Je kunt berekeningen maken met dichtheid.

Slide 2 - Tekstslide

N&T
Vorig jaar heb je N&T gehad, toen heb je gewerkt met Natuurkundige, Scheikundige en Biologie onderwerpen. 

Dit jaar is dat gesplitst. 

Slide 3 - Tekstslide

Natuurkunde (Nask-1)
Bij Natuurkunde bekijk je verschillende natuur verschijnselen. Je hebt het bijvoorbeeld over zwaartekracht, of over snelheid. 

Natuurkunde houd zich bezig met verschijnselen die zich steeds herhalen. Als de zon ondergaat, komt hij ook weer op (als het goed is ;-) )

Natuurkundige gebeurtenissen noem je daarom omkeerbare veranderingen. 

Slide 4 - Tekstslide

Scheikunde (Nask-2)
Een scheikundige (ofwel chemicus) werkt veel met stoffen, en de blijvende veranderingen van stoffen. 

Denk maar aan het verbranden van suiker, als je dat weer afkoeld zal dit niet weer terug veranderen in suiker. 

Een scheikundige kijkt vooral veel naar stofeigenschappen. 

Slide 5 - Tekstslide

Noem een aantal stofeigenschappen

Slide 6 - Open vraag

Stofeigenschappen
- Smaak (helaas mag je bij Scheikunde nooit proeven)
- Geur (zolang je maar voorzichtig ruikt)
- Fase (vast, vloeibaar of gasvorming)
- Kleur
- Oplosbaarheid in water
- Geleiding van elektriciteit
- Kookpunt
- Smeltpunt
- Dichtheid

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 8 - Tekstslide

Dichtheid
IJzer = 7,9 g/cm³
Hout = 0,7 g/cm³
Water = 1,0 g/cm³



Zinken -> Dichtheid van ijzer is groter dan dichtheid van water
Zweven -> Dichtheid van een vis is gelijk aan dichtheid van water
Drijven -> Dichtheid van hout is kleiner dan dichtheid van water

Slide 9 - Tekstslide

Gevarensymbolen
De meeste stoffen hebben bepaalde symbolen op de fles/pot staan. Deze symbolen geven aan of de stof gevaarlijk is. 

Als je wilt weten of een stof gevaarlijk is, kun je de chemiekaart bekijken. Hierop staat hoe je veilig met deze stof kunt werken. 

Slide 10 - Tekstslide

Gevarensymbolen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Digitaal, maar ook een schrift en snelbinder (2-gats) 

Slide 14 - Tekstslide

Klascode 968151

Slide 15 - Tekstslide