Les 4 - periode 3 (H3)

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Webcam aan;
  • Aantekeningenschrift bij de hand.
timer
2:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Webcam aan;
  • Aantekeningenschrift bij de hand.
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je er vandaag bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Startopdracht: 4 vragen

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Sustainable City
B
Stad van de toekomst
C
Creatieve stad
D
Smart City

Slide 4 - Quizvraag

Gebouwd rondrond 1960. Nederland in de 2/3e DTM fase, bevolkingsexplosie
Oudste deel van de stad, dat is gebouwd in de middeleeuwen.
De woningwet werd ingevoerd. Huizen moesten beter en comfortabeler
Hier woonde vroeger de mensen die werkte in de fabrieken.

Slide 5 - Sleepvraag

De afname van de bevolking heeft een aantal gevolgen voor een gebied.



Noem twee gevolgen van bevolkingskrimp voor een gebied.



Slide 6 - Open vraag

Aan welke eisen moet de stad van de toekomst voldoen waarbij rekening wordt gehouden met bevolkingskrimp en de uitstoot van fijnstof in de stedelijke omgeving. Formuleer één eis.

Slide 7 - Open vraag

Herhaling:  §3.1 - §3.4

  • Wat bedoelen we met duale arbeidsmarkt?
  • Waarom zorgt kenniseconomie voor sociale ongelijkheid?
  • Welke problemen komen er voor in de steden? Welke oplossing bieden smart cities voor deze problemen?
  • Wat is het verschil tussen saneren en renoveren?
  • Wat bedoelen we met de term gentrificatie? Waar komt dit voor? En waar is dit een probleem?

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag
- Opfrissen §3.1-§3.4
- Uitleg & oefenen §3.5
- Volgende week SO: §3.1-§3.4

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
  • §5: Het buurtprofiel

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen §3.5



  • Uit welke drie onderdelen bestaat een buurtprofiel?

  • Welke gegevens moet je verzamelen om buurten met elkaar te vergelijken?

  • Op welke wijze maakt een bestuurder gebruik van verzamelde gegevens uit een buurtprofiel? 



Slide 12 - Tekstslide

Pak je aantekeningenschrift erbij


= aantekeningen maken

Slide 13 - Tekstslide

§3.5 Verstedelijking en het bestuur

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer typeren we een wijk als 'goede wijk?'

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Link


Slide 19 - Open vraag

Welke onderdelen zitten in een buurtprofiel?

Slide 20 - Tekstslide

Buurtprofiel
Samenvatting van de belangrijkste kenmerken van een buurt.

Inhoud: 
  • Kenmerken bewoners (1)
  • Kenmerken woningen (2)
  • Kenmerken woonomgeving (par 3.6)

Slide 21 - Tekstslide

Bewoners
kenmerken (1)

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 22 - Tekstslide

Kwaliteit woningvoorraad
Aan woningen is te zien in welke tijd ze gebouwd werden en hoe de leefomstandigheden op dat moment waren. 

  • Eind 19e eeuw: industrialisatie en urbanisatie, goedkope huurwoningen voor arbeiders. Slechte leefomstandigheden -> 1901 woningwet;
  • Na WOII: woningnood, goede kleine eengezinswoningen;
  • Woningnood blijft aan: portiekflats met plantsoenen en parkeerplaatsen;
  • Jaren '70: galerijflats, ruime flats, veel voorzieningen en openbaar groen;
  • Na 1980: stadsvernieuwing + nieuwbouwwijken middeninkomens;
  • Na 1985: aantrekkelijke stad -> nieuwe dure huizen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Woningkenmerken/bewonerskenmerken
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> arme mensen (niet-westerse allochtonen, alleenstaande ouders, ouderen)

duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en autochtonen)


Slide 25 - Tekstslide

19e -eeuwse arbeiderswijk
Vroeger arm, nu populair onder relatief jonge (rijke) mensen met 1 of 2 kinderen

Slide 26 - Tekstslide

Woningkenmerken?
±1910, woningbouwcorporatie, etagewoningen, goed onderhouden.

Bewonerskenmerken?
Kleine huishoudens, veel allochtonen, laag inkomen, veel alleenstaanden.

Slide 27 - Tekstslide

Woningkenmerken?
Jaren '60/'70, corporatie, galerijflat, vaak redelijk goed onderhouden.

Bewonerskenmerken?
Ruime flats: grotere huishoudens met kinderen, veel allochtonen, laag-midden inkomen.

Slide 28 - Tekstslide

Woningkenmerken?
Na 1990, koop en ± 30% sociale huur, rijtjes / appartementen, vrijstaand, goed onderhouden, want nieuw.

Bewonerskenmerken?
Gemiddeld grotere huishoudens, hogere inkomens, autochtonen, gezinnen met kinderen.

Slide 29 - Tekstslide

1. Woningkenmerken:
  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud
2. Bewonerskenmerken:
  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners
3. Kenmerken van de woonomgeving

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de samenhang tussen woning- en bewonerskenmerken?

Slide 31 - Open vraag

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 32 - Sleepvraag

Welk buurtprofiel hoort bij welke wijk?
Buurtprofiel B
bouwperiode vanaf 1880
Buurtprofiel A bouwperiode vanaf 1880
Buurtprofiel Rotterdam

Slide 33 - Tekstslide

Verwerken
Wat? Maken §3.5: opdr. 1,3,4,6.
Hoe? Alleen 
Klaar? Inleveren in Google Classroom.

timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Volgende week SO: §3.1-§3.4

Slide 35 - Tekstslide