Feiten, meningen & argumenten + Drogredenen

LES 1
Feiten, meningen en argumenten
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LES 1
Feiten, meningen en argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De aarde is rond.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Mensen die geloven dat de aarde plat is, zijn dom.
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Feit
controleerbaar

Slide 5 - Tekstslide


Standpunt = mening

niet controleerbaar
subjectief

Slide 6 - Tekstslide

Argument

         -> een mening verantwoord je met argumenten

         -> signaalwoorden (want, daarom, omdat...)

Slide 7 - Tekstslide

Standpunt / mening
                   Feitelijk                 verschijnsel /gebeuren
                   Verklarend           oorzaak / redengevend verband
                   Evaluerend          oordeel
                   Adviserend           oproepen tot handeling

Slide 8 - Tekstslide

Argument
                                        Goede argumenten

                         ->  op zichzelf waar
                         ->  sterk genoeg om mening te ondersteunen
                         ->  vragen om inzicht in type standpunt

Slide 9 - Tekstslide

Argument
                                  Weerleggen argumenten

               ->  aantonen dat gegevens onjuist zijn
               ->  gefundeerde gegevens aanvoeren
               ->  aantonen dat het niet dient voor het standpunt

Slide 10 - Tekstslide

Redeneren
Een standpunt onderbouw je met argumenten.
Een reeks van argumenten = een redenering (of argumentatie).

Veelgebruikte redeneervormen:
inductie/deductie, syllogisme en redenering uit het ongerijmde

Slide 11 - Tekstslide

Redeneren - Inductie/deductie
INDUCTIE      -> van specifiek naar algemeen
                          =  niet 100% zeker maar kan overtuigend zijn

DEDUCTIE     -> van algemeen naar specifiek

Slide 12 - Tekstslide

Redeneren - Syllogisme
Modelvoorbeeld van redenering (meestal deductief)





Major levert bewijs met algemene waarheid
Minor = tussenstap met bijzondere waarheid






Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is een mens
Socrates is sterfelijk

A - B (major)
C - A (minor)
C - B (conclusie)

Slide 13 - Tekstslide

Redeneren - Syllogisme
Verkort syllogisme: minor wordt weggelaten





Dilemma
2 syllogismen met tegengestelde major maar dezelfde conclusie
Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is een mens
Socrates is sterfelijk

A - B (major)
C - A (minor)
C - B (conclusie)

Slide 14 - Tekstslide

Redeneren -
Redenering uit het ongerijmde
Standpunt

Stel dat tegenovergesteld standpunt juist is (maar dat is het niet)
dus eerste standpunt is juist
Boudewijn wilde abortuswet niet tekenen
want moest hij dat wel doen
zou dat indruisen tegen zijn idealen

Slide 15 - Tekstslide

Redeneren -
Fouten tegen de redenering
Sofisme / drogreden         -> bewuste misleiding
Paralogisme                        -> onbewust

Slide 16 - Tekstslide

LES 2
Drogredenen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide