2G 14 december Talent lezen en debat

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

programma


  • warming up
  • wat leer je?
  • Boekpresentaties
  • Talent 2.3 Lezen: informatieve tekst en interview
  • debat in groepjes

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waarom hoort het plaatje met de mond er niet bij?

Slide 4 - Open vraag

Wat leer je?
  • Je weet wat een informatieve tekst is
  • Je kunt verschillende soorten interview verslagen herkennen.
  • Je kunt een debat voeren.

Slide 5 - Tekstslide

Boekpresentatie
Let op:
- verstaanbaarheid
- oogcontact
- lichaamshouding
- intonatie
- overtuiging?

Slide 6 - Tekstslide

Quiz
Je werkt in een team van drie personen.
Je bedenkt samen het antwoord.
1 persoon voert het antwoord in in LessonUp

Slide 7 - Tekstslide

Wat is verkennend lezen. Benoem de kenmerken.

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de kenmerken van een informatieve tekst?

Slide 9 - Open vraag

Benoem: drie tekstdoelen
drie tekstsoorten
drie tekstdoelen

Slide 10 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met:
de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 11 - Open vraag

Benoem 4 feiten van iets

Slide 12 - Open vraag

Bedenk vier interessante interviewvragen

Slide 13 - Open vraag

Talent 3.2-> lezen (blz. 101-102)
Opdracht 2-3-4-5-6

Slide 14 - Tekstslide

Debat
Bij een debat ga je de tegenpartij overtuigen dat jouw mening klopt.
Er zijn verschillende partijen (meestal twee)
Je praat over een stelling.
De ene partij is het eens, de andere partij is het oneens.

Slide 15 - Tekstslide

De stelling
Een stelling is een bewering over een onderwerp:
bijvoorbeeld: Alle ouders moeten meekijken met wat hun kind op internet doet.
Twee (of meer) partijen gaan hier over debatteren.

Slide 16 - Tekstslide

De mening
Een mening is wat iemand vindt over een onderwerp.

Is het belangrijk dat je een eigen mening hebt? Waarom?

Slide 17 - Tekstslide

Het argument
Je hebt een mening en deze mening leg je uit waarom je dat vindt.
Dat is een argument

Slide 18 - Tekstslide

Mening of argument??
Op de middelbare school moeten leerlingen twee uur meer wiskunde krijgen in de week.

Slide 19 - Tekstslide

Mening of argument??
Ik vind geschiedenis leuk.

Slide 20 - Tekstslide

Mening of argument??
Ik vind het interessant om meer te weten over hoe de samenleving tot stand is gekomen.

Slide 21 - Tekstslide

Regels
Waarom zouden er regels nodig zijn in een debat?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is beter?
Geschiedenis is niet leuk.
Ik vind geschiedenis geen leuk vak.
of
Dat is raar!
Zo had ik het nog niet bekeken.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is beter?

Wat jij zegt is niet waar!
Ik hoor jou zeggen dat..., ik ben het hier niet mee eens omdat...

Slide 24 - Tekstslide

Debat-> placemat methode
Werk in groepjes van vier
Je schrijft jouw argumenten in jouw vak, je doet dit in stilte
Na vijf minuten geeft elke leerling zijn/haar mening en  argument.
Je gaat in debat met elkaar.
Je probeert de ander te overtuigen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

einde
Elk groepje schrijft het sterkste argument in het midden

Slide 27 - Tekstslide

Stelling:
Mensen met een ongezonde levensstijl moeten meer premie betalen voor hun zorgverzekering

Slide 28 - Tekstslide