H18 Eigen vermogen

H16 Eigen vermogen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H16 Eigen vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Balans eenmanszaak VOF 

Slide 2 - Tekstslide

Balans eenmanszaak/ VOF 
Debet = bezit
Credit = hoe is het bezit gefinancierd? 
Vermogen zit vast in stenen
Vermogen kan direct gebruikt worden
Vermogen hoeft nooit terugbetaald te worden 
Vermogen = schuld moet snel terugbetaald te worden (aflossing)
Kost geld: rente
= gestort door eigenaar +/- winst en verlies 

Slide 3 - Tekstslide

Balans BV/ NV  

Slide 4 - Tekstslide

Aandeel: nominale waarde 
  • Philips geeft nieuwe aandelen uit (emissie van aandelen) 
  • stel 100 mensen kopen 1 aandeel 
  • geplaatst aandelenkapitaal 
  • = 100 x € 10 = € 1.000
  • Hoeveel % bezit heeft iedere individuele belegger
  • € 10/ € 1.000 x 100% = 1% 
  • Waarom koopt een belegger aandelen? 
  • Zeggenschap, koerswinst, dividend

Slide 5 - Tekstslide

Aandeel: nominale waarde 
  • Philips wil het eigen vermogen vermogen verhogen 
  • Bijvoorbeeld voor een investering in een nieuwe fabriek
  • Een grote belegger koopt een aandeel van nominaal € 1.000 
  • Wat is het gevolg voor de 100 bestaande aandeelhouders? 
  • Procentueel bezit daalt 
  • € 10/ (€ 1.000 + € 1.000) x 100% = 0,5%
  • Minder zeggenschap, recht op kleiner deel van het dividend (verwatering) 

Slide 6 - Tekstslide

Aandelenkapitaal 
Komt op balans = EV

Slide 7 - Tekstslide

Preferent aandelenkapitaal 
Wordt met name uitgegeven wanneer een onderneming op normale condities geen eigen vermogen kan aantrekken of uitgifte aandelen aan oprichters. 

Soorten preferentie:
  • Dividend (vast percentage dividend over nominale waarde) (18.6)
  • Zeggenschap
  • Uitkering bij liquidatie 
focus bij het leren van deze paragraaf op voor- en nadelen blz. 287

Slide 8 - Tekstslide

Aandelenkapitaal 
  • Het maximaal te plaatsten aandelenkapitaal ligt vast in de statuten, dit is het maatschappelijk aandelenkapitaal 
  • De totale nominale waarde van de werkelijk uitgeven aandelen is het geplaatst aandelenkapitaal 

Slide 9 - Tekstslide

Emissie van aandelen
  • Emissie = plaatsing van nieuwe aandelen 
  • Mogelijke redenen voor emissie: 
  • Uitbreiding/ overname ander bedrijf/ herfinanciering/ versterking eigen vermogen/ vergroten naamsbekendheid

Slide 10 - Tekstslide

Basic-Fit heeft 22 april jl.  204 miljoen euro opgehaald met de emissie van circa zes miljoen nieuwe aandelen. 

De nieuwe aandelen zijn geplaatst tegen een emissiekoers van  € 34 per aandeel, en vertegenwoordigen ongeveer tien procent van het bestaande aandelenkapitaal van de sportschoolketen. 

Basic-Fit is een van de zwaarst door corona getroffen bedrijven op de Nederlandse beurs. De inkomsten uit de aandelenemissie zijn bedoeld om een ontvangen brugfinanciering van 60 miljoen terug te betalen. Verder wil Basic-Fit inspelen op groeimogelijkheden, en wordt het geld gebruikt voor herfinanciering en algemene bedrijfsdoeleinden.

(debeurs.nl 22 april 2021)

Slide 11 - Tekstslide

Emissiekoers / pari 
  • De emissiekoers ligt (bijna) altijd boven de nominale waarde van een aandeel. 
  • Aandeel Basic-Fit nominaal € 0,06 - emissiekoers € 34,00 

Emissiekoers > nominale waarde = boven pari
Emissiekoers = nominale waarde = a pari 
Emissiekoers < nominale waarde = onder pari  (mag alleen in rampscenario bij uitgifte aandelen aan bank) 


Slide 12 - Tekstslide

Agio per aandeel/ agioreserve 
Agio per aandeel = emissiekoers - nominale waarde 

Voorbeeld Basic-Fit 
Agio per aandeel = € 34,00 - € 0,06 = € 33,94 

Toename agioreserve = aantal aandelen x agio per aandeel

Voorbeeld Basic-Fit
Toename agioreserve = 6 miljoen x € 33,94 = € 203.640.000  


MAK/AIP/GAK op de balans (vorige les)

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende waarden
Nominale waarde: staat op aandeel vermeld, nodig om aantal aandelen en vermogen te berekenen
Emissiekoers: koers waartegen nieuwe aandelen gekocht kunnen worden
Beurskoers: dat wat je voor een aandeel moet betalen, wordt bepaald door toekomstverwachting

Slide 14 - Tekstslide

Waarom beleggen in een aandeel?
  1. Dividend = winstuitkering 
Dividend is een percentage van de nominale waarde van een aandeel. Deze winst wordt minimaal 1 keer per jaar uitgekeerd.
25% dividend wordt uitgekeerd over een aandeel van nominaal € 20. 
Hoeveel bedraagt het dividend in euro's?
  2. Koerswinst  = winst bij verkoop van aandeel
Verkoop van aandeel voor hoger bedrag dan aankoop.
Je koopt een aandeel voor € 10 en verkoopt het voor € 12. Koerswinst is € 2
% winst = ((N-O)/0 ) x 100% 
3. Zeggenschap

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 18.9

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 18.10

Slide 17 - Tekstslide

Opgave 18.11

Slide 18 - Tekstslide

Reserves
  • Agioreserve (plaatsing aandelen/ obligaties boven nominale waarde)  
  • Winstreserve (niet uitgekeerd deel van de winsten) 
  • Herwaarderingsreserve (waardering vaste activa aanpassen aan actuele waarde) 
Focus bij het leren van deze paragraaf op redenen om reserves te vormen en de verwerking van herwaardering van vaste activa op de balans. 

Slide 19 - Tekstslide

Herwaarderingsreserve
balans na herwaardering 

Slide 20 - Tekstslide

Maken opgave 18.14
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Intrinsieke waarde (per aandeel)
Intrinsieke waarde onderneming  = Eigen vermogen

Berekening 
Geplaatst aandelenkapitaal 
Reserves                                           +
Winst na belasting                       +                                                      voor het deel waarvoor  (nog) niet is besloten dat deze uitgekeerd              Eigen vermogen                                                                                    gaat worden aan aandeelhouders/ werknemers 


  • Stel alle aandelen hebben een nominale waarde 
    van € 100. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel
  • Intrinsieke waarde p/ aandeel
    = EV/ aantal geplaatste aandelen
  • = € 4.500.000/(€ 2.000.000/ € 50) = € 112,50

Slide 22 - Tekstslide

Maken opgave 18.18
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

Uitwerking opgave 18.18
18.18 a
Methode 1 
€ 15.000.000 / € 2,50 x € 3,25 = € 19.500.000 

Methode 2
3,25/2,50 x € 15.000.000 = € 19.500.000

18.8 b
€ 19.500.000 - € 15.000.000 = € 4.500.000

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Huiswerk: opgave 18.17 maken

Slide 26 - Tekstslide

Programma vandaag 
  • Terugblik vorige les 
  • Huiswerkopgave 18.17 bespreken 
  • Theorie paragraaf 18.6 Dividend
  • Maken opgaven

Slide 27 - Tekstslide

Vorige les
  • Preferente aandelen 
  • Emissie 
  • Pari
  • Agio
  • Intrinsieke waarde

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Lilac NV plaatst € 1.000.000 nominaal tegen de koers van € 14 per aandeel. De nominale waarde bedraagt € 10.
Bereken het aantal nieuwe aandelen. (zonder punt of komma)

Slide 30 - Open vraag

Lilac NV plaatst € 1.000.000 nominaal tegen de koers van € 14 per aandeel. De nominale waarde bedraagt € 10.
Bereken het agio per aandeel (alleen getal noteren)

Slide 31 - Open vraag

Lilac NV plaatst € 1.000.000 nominaal tegen de koers van € 14 per aandeel. De nominale waarde bedraagt € 10.
Welk bedrag ontvangt Lilac BV? (zonder punt of komma)

Slide 32 - Open vraag

Lilac NV plaatst € 1.000.000 nominaal tegen de koers van € 14 per aandeel. De nominale waarde bedraagt € 10.
Bereken het totale Agio. (zonder punt of komma)

Slide 33 - Open vraag

Opgave 18.17 

Slide 34 - Tekstslide

Dividend
  • Het deel van de winst wat wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. 
  • Meestal aangegeven als dividendpercentage 
  • Het uit te keren dividend bereken je dan als volgt:
  • Dividendbedrag = dividendpercentage x geplaatst aandelenkapitaal

  • Hoe bereken je het dividend per aandeel? 
  • Bereken het aantal geplaatste aandelen
    Aantal geplaatste aandelen = gepl. aandelenkap. / nom. waarde per aandeel  

  • Dividend per aandeel = dividendbedrag/ aantal geplaatste aandelen

Slide 35 - Tekstslide

Cashdividend of stockdividend?
  • Cashdividend = het dividend wordt als geld uitgekeerd  
  • Stockdividend = het dividend wordt in de vorm van nieuwe aandelen uitgekeerd.
    (aandelen in portefeuille worden geplaatst)
  • hoe bereken je het aantal nieuwe aandelen wat je ontvangt?

Slide 36 - Tekstslide

Cashdividend of stockdividend?
  • Cashdividend = het dividend wordt als geld uitgekeerd  
  • Stockdividend = het dividend wordt in de vorm van nieuwe aandelen uitgekeerd.
    (aandelen in portefeuille worden geplaatst)
  • hoe bereken je het aantal nieuwe aandelen wat je ontvangt?





Slide 37 - Tekstslide

Cashdividend of stockdividend?
  • Cashdividend = het dividend wordt als geld uitgekeerd  
  • Stockdividend = het dividend wordt in de vorm van nieuwe aandelen uitgekeerd.
    (aandelen in portefeuille worden geplaatst)
  • hoe bereken je het aantal nieuwe aandelen wat je ontvangt?





Let op: in opgaven wordt vaak ook de beurskoers vermeld. Deze waarde gebruik je uitsluitend om het dividendrendement te berekenen.

Slide 38 - Tekstslide

Cash- en/ of stockdividend
Cash- en/of stockdividend                   Voor- en nadelen voor de onderneming en voor de belegger

Neem pagina 298 van je theorieboek goed door!

Slide 39 - Tekstslide

15% Dividendbelasting 
  • Moest tot 2019 ingehouden door de onderneming op de totale waarde van het cash- en stockdividend
  • Wordt altijd in mindering gebracht op het cashdividend
  • Wordt er in een opgave niet over dividendbelasting gesproken? Dan pas je geen dividendbelasting toe. 

Slide 40 - Tekstslide

Dividendrendement 
Het percentage dividend wat de belegger ontvangt ten opzichte van de actuele beurskoers


Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk opgaven 18.20 t/m 18.22 

Slide 42 - Tekstslide

Opgave 18.20 
  • 320.000/4.000.000 x 100% = 8%

Slide 43 - Tekstslide

Opgave 18.21
zzzzzzzzz
  • 0,14 x (10.000.000 - 100.000 x €20) =  € 1.120.000 
  • 0,85 x 0,14 x 200 x €20 = € 476

Slide 44 - Tekstslide

Opgave 18.22 
  • 0,05 x 10.000 = 500
  • 0,03 x 10.000 x € 2 = € 600
  • 500 x € 6,50 = € 32.50 
  • Het stockdividend wordt uitgekeerd in aandelen die worden verkregen tegen de nominale waarde terwijl de actuele beurskoers meestal hoger is. 

Slide 45 - Tekstslide

Opgave 18.24 maken 
timer
10:00

Slide 46 - Tekstslide

Opgave 18.24

Slide 47 - Tekstslide