de salaris strook

 Salarisstrook
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Salarisstrook

Slide 1 - Tekstslide

LessonUp
  • Ga op je laptop/telefoon naar:
  • www.lessonup.app
  • Voer de code in die links onder in je scherm staat.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je begrijpt wat er op de salarisstrook staat
  • Je kent het verschil  tussen bruto  - en netto loon
  •  Je weet wat belastingen en premies zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat staat op een salarisstrook?

Slide 4 - Open vraag

Voorbeeld salarisstrook
Bruto; loon vóór belastingen en premies
Pensioen incl. nabestaandenpensioen
Premie Arbeidsongeschiktheidspensioen
IPAP; Aanvulling op arbeidsongeschiktheidspensioen

Slide 5 - Tekstslide

Gegevens salarisstrook:
  • naam van werkgever en werknemer
  • bruto - en netto loon bedrag
  • inhoudingen of verrekeningen met het loon
  • periode waarvoor er loon wordt betaald

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen bruto loon en netto loon?

Slide 7 - Open vraag

Bruto - en netto loon:
Bruto loon: het salaris zoals is afgesproken en vastgelegd in het contract.

Netto loon: het uiteindelijke bedrag dat de werknemer op zijn of haar bankrekening gestort krijgt. 
[= bruto loon min inhoudingen van belastingen en premies]

Slide 8 - Tekstslide

belastingen 
loonbelasting:
hoe meer je verdient, hoe meer belasting je betaalt
loonheffingskorting:
gaat van de belastingen af, zodat je netto loon hoger is

Slide 9 - Tekstslide

sociale premies
De volksverzekeringen zijn:

Algemene Ouderdomswet (AOW)
Algemene nabestaandenwet (Anw)
Wet langdurige zorg (Wlz)

premies werknemersverzekeringen : voor werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid

Slide 10 - Tekstslide

Extra toeslag op loon
Welke is juist?

A
huurtoeslag
B
werken op erkende feestdagen
C
werken op regelmatige tijden
D
persoonsgebonden budget

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht
  • Neem  het loonstrookje. Bekijk het goed. Zet cirkels om het antwoord.
  • Hoeveel heeft deze persoon  bruto verdiend?
  • Hoeveel heeft deze persoon netto verdiend?
  • Waar is allemaal belasting voor betaald?
  • Hoeveel vakantiedagen zijn er nog over?
  • [https://www.youngcapital.nl/carriere/salaris/loonstrook]
  • op deze site vind je uitleg: lees maar eens.

Slide 12 - Tekstslide

Maken BLADZIJDE 88 t/m 90

Slide 13 - Tekstslide