Future: to be going to
am, are, is + going to + hele werkwoord
When to use: (1) Om aan te geven dat iemand iets in de toekomst van plan is.
I am going to visit my grandparents tomorrow.
(2) Een voorspelling waarvan je zeker weet dat het gaat gebeuren (je hebt bewijs).
Look at those grey clouds. It is going to rain.